Typologie(ën)
bank
Ontwerper(s)
F. GORLIER – 1924-1925
Stijlen
Beaux-Artsstijl
Inventaris(sen)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 31455
Beschrijving
Bankgebouw in
Beaux-Arts-stijl, naar ontwerp van architect F. Gorlier van 1924-1925.
Vijf bouwlagen en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Monumentale lijstgevel van natuur- en hardsteen. Begane grond in afgevlakte bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen). met rondboogopeningen. Bovenverdieping met door kolossale Ionische pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. gemarkeerd middenrisaliet van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), doorlopende balustrade en klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Vijfde bouwlaag als attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. met bekronende balustrade.
Vijf bouwlagen en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Monumentale lijstgevel van natuur- en hardsteen. Begane grond in afgevlakte bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen). met rondboogopeningen. Bovenverdieping met door kolossale Ionische pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. gemarkeerd middenrisaliet van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), doorlopende balustrade en klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Vijfde bouwlaag als attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. met bekronende balustrade.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 34305 (1924-1925).