Typologie(ën)

herenhuis
burgerwoning

Ontwerper(s)

Stijlen

Eclectisme
Neoclassicisme

Inventaris(sen)

  • Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 31436
lees meer

Beschrijving

In oorsprong symmetrisch geheel van centraal herenhuizen met twee flankerende burgerwoningen in eclectische stijl met neoclassicistische inslag, naar ontwerp van architect J. Van Mansfeld, 1874.
Voorafgaandelijk project voor eenheidsbebouwing met centrale frontonbekroning van 1864.

Bepleisterde en beschilderde gevels op hardstenen benedenbouw. Drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Rechthoekige muuropeningen, venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op verdiepingen met geriemde omlijsting en doorgetrokken lekdrempels. Bel-etage gemarkeerd door een centraal balkon met uitgelengde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., doorlopende  balustradeHekwerk van spijlen of balusters. en fronton tussen entablementenHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met tandlijst, klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop. en uitgelengde consoles, waartussen spiegels en architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden..

 Nr. 37. Bedaking en centrale dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer., frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en vaas vervangen door attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw.  (1961).

 Nr. 38. Rijkere behandeling: zwaarder geblokte benedenbouw met diamantkopsleutels en inrijpoort, risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. op de verdiepingen en gekomist hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.; man- sardedak, oorspronkelijk met zelfde dakkapel tusen
œil-de-bœufs, heden vereenvoudigd.

 Nr. 39. Oorspronkelijk identiek als nr. 37, volgens spiegelbeeldschema, vanaf de pui heropgebouwd (n.o.v. architect J. Vanderstraeten, 1944-1946).



Bronnen

Archieven
SAB/OW 16660 (1874), 16659 (1864), 73175 (1961), 56744 (1944-1946).