Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

  • Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 33066
lees meer

Beschrijving

Burgerhuis in neoclassicistische stijl, waarvoor bouwaanvraag van 1855.

Drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde lijstgevel op geprofileerde sokkel. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in geriemde omlijsting, de benedenvensters met lekdrempel op voluutconsoles. Bel-etage gemarkeerd door een doorlopende  borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met geprofileerd lijstwerk en casementen, het middenvenster door bijkomende orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. en een
entablement. Licht gewijzigde rechthoekige inrijpoort in de linkertravee. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst. en tandlijst, boven friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met bedekte steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel. en architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden..

Bronnen

Archieven
SAB/OW 22142 (1855)