Typologie(ën)

kerk/kathedraal/basiliek

Ontwerper(s)

J. TIHON (FILS)architect1854-1858

J. APPELMANSarchitect1861-1862

Stijlen

Neoromaans

Inventaris(sen)

  • Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Kerkkappen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1830-1940 (Urban - 2019)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Wetenschappelijk
  • Technisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 31267
lees meer

Beschrijving

Kloosterkerk van de minderbroeders-kapucijnen, hier gevestigd sinds 1852 (zie Huidevettersstraat nr. 126). Verheven tot zelfstandige parochie in 1912.

Eenvoudige zaalkerk waarvoor eerstesteenlegging in 1854. Tweefasige opbouw, te beginnen met het koor en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van het schip, onder leiding van architect (?) J. Tihon (zoon), voorlopig beëindigd in 1856 en nog verder afgewerkt tot in 1858. Opbouw van de laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en de voorgevel in neo-romaanse Rundbogenstijl, onder leiding van architect J.Appelmans in 1861-1862 (cf. gevelinscriptie), gepaard met een beperkte aanpassing in deze stijl van het oorspronkelijk neoclassicistisch gedachte interieur; plaatsing van de houten klokketoren in 1863. Wijzigingen aan het interieur, onder meer inrichting van de twee laatste zijkapellen en vergroting van de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., in 1868-1870. Bakstenen constructie met schip van vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geflankeerd door zijkapellen en recht afgesloten koor van twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), onder zadel- en lessenaarsdaken bekroond door een zeszijdige dakruiter met ingesnoerde spits.

Voorgevel. Brede schoudergevel van bak- en natuursteen met hardstenen sokkel en kordons. Omvat drie geledingen en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), ingedeeld door steunberen, postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. en lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries)., en bekroond door een topstuk met kruis. NeoromaansArchitectuurrichting (ca. 1850) die zich beroept op voorbeelden uit de romaanse bouwkunst (10e-12e eeuw) . geveldecor: centraal rondboogportaal geflankeerd door halfzuilen met teerlingkapiteel, onder keperboog met kruis; rondboogvensters en centraal tweelicht in de bovengeleding, radvensters met
vierlob in de zijtraveeën; klimmende arcaturen op kraagstenen. Uurwerk onder drie klokjes in de driehoekige topgeleding. Latere houten luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. en ingemetselde gedenkstenen.

Sober, bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderd interieur. Eenledige opstand gemarkeerd door klassieke arcaden van ronde scheibogen met geprofileerde booglijst, op kruispijlers, doorlopend  in de koorpartij. Omlopend, breed geprofileerd hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met een neoromaanse arcaturen- en rozettenfries. Doorlopend tongewelf boven schip en koor, ingedeeld door platte gordelbogen; dwarsgeplaatste tongewelven boven de zijkapellen, laatst genoemde met drielichten. Altaarwand met beeldnissen onder blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. acht- lobben; doksaal tegen de oostwand.

Mobilair. Monumentaal eiken hoofdaltaar met overvloedig beeldhouwwerk, ingewerkt in de koorlambrisering met gestoelte (1863), in Rundbogenstijl, n.o.v. J. Appelmans; zijaltaren, preekstoel en doksaal in dezelfde stijl; orgel (1917) door J. Kerkhoff (vader).


Bronnen

Archieven
SAB/OW 4847 (1861-1862).

Publicaties en studies
BOEVE A., 400 jaar Kapucijnen in Brussel 1587- 1987, Brussel, 1987.
Bouwgeschiedenis van het klooster te Brussel. Uittreksels uit het Archief 
(onuitgegeven manuscript).