Typologie(ën)

herenhuis

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1827

Jacques OBOZINSKIarchitect1941

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

  • Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 32969
lees meer

Beschrijving

Herenhuis in neoclassicistische stijl, oorspronkelijk met drie bouwlagen, mezzaninoHalve verdieping, gelegen net onder de kroonlijst. en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldak, 1827. Deel uitmakend van een geheel van drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. woningen volgens spiegelbeeldschema, palend aan de Kleine Zenne; twee overige panden gesloopt bij de aanleg van de Arteveldestraat. Verhoogd met een vierde bouwlaag en inwendig verbouwd, n.o.v. architect Jacques Obozinski van 1941.

Bepleisterde en beschilderde gevel met verdiepingen volgens verkleinende ordonnantie, horizontaal belijnd door de plint, schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. met uitstraling op de benedenverdieping, kordons en doorgetrokken lekdrempels. Rechthoekige inrijpoort (bij recente renovatie verbouwd tot venster) en venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., beluikt op de benedenverdieping.

Arteveldestraat nr. 49. Neoclassicistische deurtravee uit 1879. Geprofileerde booglijst op imposten en vlakke pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.; bewaard houtwerk van vleugeldeur met roosters. Getoogde glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. achter balkon; onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Later toegevoegde derde bouwlaag.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 21367 (1827), 23414 (1879), 54900 (1941).