Typologie(ën)

villa
liefdadigheidsinstelling

Ontwerper(s)

Alexis PARTOESarchitect1859-1862

Émile JANLETarchitect1892

INCONNU - ONBEKEND1800-1825

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

  • Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
  • Inventaris van de Industriële Architectuur (AAM - 1980-1982)
  • Inventaris van het Industrieel Erfgoed (La Fonderie - 1993-1994)
  • Inventaris van engineering erfgoed (2011)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 31644
lees meer

Beschrijving

Complex naar ontwerp van architect A. Partoes van 1859, waarvoor eerstesteenlegging in 1860, ingehuldigd in 1862. Opgetrokken op het eigendom Mosselmans, waarvan de villa als directeurswoning werd geïncorporeerd.

De oude Berg van Barmhartigheid, opgericht in 1618, was eertijds gevestigd in het door architect W. Cobergher verbouwde Hof van Beersel aan de Lombardstraat, dat werd gesloopt bij het doortrekken van de Zuidstraat in 1860-1862. Instelling vanaf de oprichting tot op heden in functie, met een kortstondige onderbreking tijdens de Franse overheersing.

Monumentaal vrijstaand gebouw op L- vormige plattegrond, in sobere neoclassicistische stijl; vijf bouwlagen + mezzaninoHalve verdieping, gelegen net onder de kroonlijst. onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde.. Gestrenge voorgevel met dertien brede traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), nadrukkelijk geleed in twee horizontale registers. Hoge sokkelvormende benedenbouw die de straathelling opvangt, met hardstenen bekleding, geprofileerde sokkel en massieve puilijst. Geritmeerd door steekboognissen, oorspronkelijk met getraliede bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden., in de middenpartij alternerend geopend voor de verschillende toegangen, in de tweede travee voor een wachthuisje; enkele bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. verlaagd in 1911. Bepleisterde en beschilderde bovenbouw, geritmeerd door kolossale steekboognissen, geopend door regelmatige registersVensterstrook in een topgevel. van getoogde venstertjes in geriemde hardstenen omlijsting, telkens twee per traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) Breed klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met kroonlijst op een uitgelengde consolerij, ertussen casementen met alternerend leeuwenkoppen en mezzaninovensters, belijnd door een kordonUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels.. Zelfde opstand voor de zij- en achtergevels. Aanpalende deurtravee, links, later verhoogd met een beglaasde ijzeren erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld..

Interieur. Kelder met bakstenen graatgewelven op vierkante pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…). Hoge gelijkvloerse en lage bovenverdiepingen met ijzeren balkenlagen op gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. kolommen, respectievelijk met vlakke zoldering en troggewelven; Polonceaudakspant. Centraal trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. met ijzeren bordestrap en bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden.. Indeling van de begane grond met onder meer kantoren en loketten voor inname en teruggave en verkoopzaal, gewijzigd n.o.v. architect E. Janlet in 1892; depots op de verdieping (1880).

Directeurswoning in de tuin, vroegere Villa Mosselmans. Vrijstaand palladiaans landhuis in neoclassicistische stijl, daterend ca. 1800-1825. Opgetrokken in het meest oostelijk gedeelte van de tuinen van het voormalige kapucijnenklooster, dat in 1803 openbaar werd verkocht. In 1821 in het bezit van wijnhandelaar E. Mosselmans, die het eigendom in 1858 verkocht.
Gebouw op rechthoekig plattegrond, met souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping., twee bouwlagen en vijf bij vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder afgeknot tentdak. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde lijstgevels op natuurstenen sokkel, horizontaal geleed door de geprofileerde puilijst. Voorgevel met dubbelhuisopstand, de ingang gemarkeerd door een bordestrap en portiek met Dorische zuilen en pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., waarop bekronend gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. balkon met liermotief en rozetten. rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., op de benedenverdieping in vlakke omlijsting, op de bovenverdieping geflankeerd door vereenvoudigde pilasters waarop
entablement; doorgetrokken lekdrempels. Klassieke beëindiging met friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). en kroonlijst; hoge afgewolfde dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap..

Vrij intact interieur
in empirestijl. Klassieke indeling met telkens twee vertrekken aan weerszij van de centrale hal met trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. achteraan. Vertrekken met marmeren schouw onder geschilderd topstuk, pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. als deur- en vensteromlijsting en stucplafond met palmettenVersiering in de vorm van een palmblad.. TrappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. met nissen waarin beelden voorstellend de Seizoenen; trap met acajou-trappaal en gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. spijlen gehecht aan de buitenzijde van het schroevend kuipstuk. Renovatie onder leiding van architect L.E. Fagnart, aangevat in 1990.


Bronnen

Archieven
SAB/OW 21328 (1859-1862, 1911); PP, 944.

Tijdschriften
FAGNART L.E., A propos du Mont de Piété, La villa du directeur (Les Marolles, 1990, 27, p. 8- 11).