Typologie(ën)

kerk/kathedraal/basiliek

Ontwerper(s)

A. OTTO1913-1918

Stijlen

Neoromaans

Inventaris(sen)

  • Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Sociaal
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2018

id

Urban : 37940
lees meer

Beschrijving

In het binnenblok. Voormalige kerk van het Gesellen Verein of Duitse Katholieke Missie van Brussel, in neoromaanse stijl naar een ontwerp van de architect A. Otto van 1913, voltooid in 1918.

Heden aanzienlijk verbouwd tot kantoren onder meer door inbreng van twee insteekverdiepingen. Voorheen eenbeukige kruiskerk met schip van twee traveeën met zijkapellen, ruime viering met licht uitspringende transeptarmen, koor van één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met zijkapellen en halfronde absis. Gevels in baksteen, afgewerkt met een omlopende bogenfries onder de daklijst; heden gedeeltelijk gecementeerd. Gecombineerde bedaking. Voorpuntgevel voorheen met centraal rondboogportaal en ijzeren buitentrap, waarvan heden slechts bewaarde bovenste geleding met rondbogig vijf- en drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.. Ronde rechter traptoren met opengewerkte lantaarn - drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. op zuiltjes - en torenhelm met kruis.

Interieur. Voorheen tweeledige opstand in schip en koor, naar de zijkapellen geopend door rondbogen op zuilen met kubuskapiteel, erboven rondbogige drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.. Viering gemarkeerd door vierkante pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) en platte gordelbogen; groot roosvenster omringd door oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster., met bewaarde glas-in- loodramen door W. Hintzen en G. Sodekamp (1916), in de transeptgevels. Overkluizing door kruisgewelven. Koorabsis gemarkeerd door een ronde scheiboog met meerledige archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog. op deelzuiltjes; rondboogvenstertjes en schijntriforium, hoofdaltaar onder baldakijn. Dubbel doksaal met balustraden, respectievelijk op drie- en zesdelige rondboogarcade. Heden slechts bewaarde bovenste geleding van transept en koor, omgevormd tot auditorium; bewerkte delen van natuursteen, voorts bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderd.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 28461 (1913-1918).