Typologie(ën)
herenhuis
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1600-1699
Stijlen
Traditionele architectuur
Neoclassicisme
Inventaris(sen)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 30332
Beschrijving
Op hoek met Kandelaarsstraat. Ruim herenhuis met dubbelhuisopstand.
In kern traditioneel breedhuis met twee bouwlagen en getrapt dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. in de poorttravee, uit de 17e eeuw, cf. de gedeeltelijk ontpleisterde benedenverdieping met bak- en zandsteenparement. Tot huidige neoclassicistische vorm aangepast met een bijkomende verdieping, 1846.
Drie bouwlagen en zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken., afgesnuit aan linkerkant. Bepleisterde en beschilderde gevel, geknikt tussen de vijfde en zesde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met regelmatige registersVensterstrook in een topgevel. van rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. volgens verkleinende ordonnantie, op verdiepingen belijnd door kordonvormende lekdrempels, afgewerkt met een klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Ontpleisterde rechter traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van de benedenverdieping met grondig vernieuwde zandstenen sokkel, neggen van de voormalige kruiskozijnen en speklagen ter hoogte van de dorpelsHorizontaal bouwonderdeel van een venster of deur (onderdorpel, tussendorpel, bovendorpel)., en rechte muurankers. Later toegevoegde stucomlijstigen op verdiepingen. Brede spiegelboogpoort in derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met hardstenen omlijsting met imposten, sluitsteen en waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen., uit de 18e eeuw: oorspronkelijk rijk geprofileerd doch heden afgevlakt.
Verankerde bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. zijgevel met steunbeer tot aan de daklijst.
Ruime trapzaal in het interieur, met eiken eretrap in laat-barokstijl, uit eind 17e-begin 18e eeuw: rijk gebeeldhouwde trappaalHoofdbaluster aan de eerste trede van een trap. met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en rankwerkVersiering bestaande uit een buigzame, slingerende tak, versierd met lofwerk., mannenhoofd en bekronende leeuw met medaillonRonde of ovale cartouche.; balusterleuning.
In kern traditioneel breedhuis met twee bouwlagen en getrapt dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. in de poorttravee, uit de 17e eeuw, cf. de gedeeltelijk ontpleisterde benedenverdieping met bak- en zandsteenparement. Tot huidige neoclassicistische vorm aangepast met een bijkomende verdieping, 1846.
Drie bouwlagen en zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken., afgesnuit aan linkerkant. Bepleisterde en beschilderde gevel, geknikt tussen de vijfde en zesde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met regelmatige registersVensterstrook in een topgevel. van rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. volgens verkleinende ordonnantie, op verdiepingen belijnd door kordonvormende lekdrempels, afgewerkt met een klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Ontpleisterde rechter traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van de benedenverdieping met grondig vernieuwde zandstenen sokkel, neggen van de voormalige kruiskozijnen en speklagen ter hoogte van de dorpelsHorizontaal bouwonderdeel van een venster of deur (onderdorpel, tussendorpel, bovendorpel)., en rechte muurankers. Later toegevoegde stucomlijstigen op verdiepingen. Brede spiegelboogpoort in derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met hardstenen omlijsting met imposten, sluitsteen en waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen., uit de 18e eeuw: oorspronkelijk rijk geprofileerd doch heden afgevlakt.
Verankerde bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. zijgevel met steunbeer tot aan de daklijst.
Ruime trapzaal in het interieur, met eiken eretrap in laat-barokstijl, uit eind 17e-begin 18e eeuw: rijk gebeeldhouwde trappaalHoofdbaluster aan de eerste trede van een trap. met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en rankwerkVersiering bestaande uit een buigzame, slingerende tak, versierd met lofwerk., mannenhoofd en bekronende leeuw met medaillonRonde of ovale cartouche.; balusterleuning.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 17206 (1846).