Typologie(ën)

opbrengsthuis

Ontwerper(s)

Léon DELUNEarchitect, landmeter / meetkundig schatter1895

Stijlen

Neo-Vlaamse renaissance

Inventaris(sen)

  • Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30320
lees meer

Beschrijving

Markant opbrengsthuis in neo-Vlaamse renaissancestijl, n.o.v. architect Léon Delune, 1895.

Vier bouwlagen, de tweede als tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. en acht traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Natuurstenen gevel van witsteen met ruime verwerking van hardsteen, opgebouwd uit een beneden- en bovenbouw geleed door de puilijst. Afgesneden hoek van drie traveeën opgevat als risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., geaccentueerd door balkons met balustradeHekwerk van spijlen of balusters., en bekroond door monumentale dakvenstersUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met gebroken frontonsFronton waarvan het middendeel is doorbroken. en flankeerzuiltjes, frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en obeliskMonolithische pijler, naar boven toe smaller en bekroond met piramidale punt.. Oplopende vensteromlijstingen met bewerkte posten, gebroken frontonsFronton waarvan het middendeel is doorbroken. en halfrond balkon in de centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); dito rondboognissen waarin tweelicht en -raam, laatst genoemde oorspronkelijk met drielichtindeling, gebroken frontonFronton waarvan het middendeel is doorbroken. en vrouwenhoofd in het houtwerk, en balkons, in de flankerende traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) links op de verdieping geritmeerd door rondbogige vensternissen met versierde dorpelsHorizontaal bouwonderdeel van een venster of deur (onderdorpel, tussendorpel, bovendorpel).; rechter traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met omlijste deur onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., en venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. of booglijst. Veelvuldig gebruik van diamantkoppenPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen., schijven, postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. en consooltjes. Opengewerkte pui met oorspronkelijk boogvormige vitrines. Klassiek hoofdgestel met casementen en modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst., en boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen. in de hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw..

Bronnen

Archieven
SAB/OW 20874 (1895).