Typologie(ën)

appartementsgebouw
gelijkvloers met handelszaak

Ontwerper(s)

Georges RICQUIERarchitect1952

Paul VIZZAVONAarchitect1909

Statut juridique

Beschermd sinds 22 december 2005

Stijlen

Art nouveau

Inventaris(sen)

  • Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 31288
lees meer

Beschrijving

Appartementsgebouw in art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession. naar een ontwerp van Paul Vizzanova, 1909.

Afgeschuind hoekcomplex met zes bouwlagen, de tweede als tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. en zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Handelspand in de benedenbouw, combinatie van een groot en een klein appartement per verdieping.

Witstenen gevel met vrijwel symmetrische ordonnantie en verfijnde detailafwerking, met karakteristiek gebruik van fraai gesmeed ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw.. Gevellijn met in- en uitzwenkend profiel door de alternerend uitkragende traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en de afgeronde hoekpartij, telkens uitgewerkt met drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere., over de eerste drie verdiepingen; bekronend doorlopend balkon op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. vóór de bovenste verdieping. Korfboogvensters op de eerste drie en rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de bovenste verdieping, gevat in omlijstingen met gevarieerde, symmetrisch rond de sluitstenen uitgewerkte ornamentatie in florale stijl; herhaling van deze motieven in de ijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Gelijkaardig verticaal oplopend lijstwerk aan weerszij van de hoekpartij. Eenvoudige kroonlijst. MansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., en ijzeren vorstkam met golvend motief; sierlijke gecompartimenteerde belvédère met uitkragende ornamentele friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). en kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., waarop een ijzeren balustradeHekwerk van spijlen of balusters., als bekroning van de hoekpartij.

Volledig verbouwde benedenbouw (architect G. Ricquier, 1952); oorspronkelijk opengewerkte winkelpui met beglaasd ijzerskelet - posten en lateien - doorlopend  in de rijk uitgewerkte consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. van de uitkragende traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  van de bovenvensters

Bronnen

Archieven
SAB/OW 5936 (1909), 61662 (1952).