Typologie(ën)

arbeiderswoning

Ontwerper(s)

G. COCHAUXarchitect1898

Statut juridique

Beschermd sinds 08 augustus 1988

Stijlen

Neogotiek

Inventaris(sen)

  • Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
  • Inventaris van het Industrieel Erfgoed (La Fonderie - 1993-1994)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Erfgoedinventaris van de sociale woningbouw (La Fonderie - 2005)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Landschappelijk
  • Wetenschappelijk
  • Sociaal
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 32914
lees meer

Beschrijving

Markant geheel van gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. arbeidershuizen (hoek Onze-Lieve- Vrouw van Vaakstraat nr. 56 en 58) met neogotisch gevelfront, naar ontwerp van architect G. Cochaux van 1898.

Aaneenschakeling van in totaal elf diephuizen, negen aan de Kruitmolenstraat en twee aan de Onze-Lieve -Vrouw van Vaakstraat, met drie bouwlagen + souterrain en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder achteraan afgesnuit zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. (pannen).

Verticaal opgedeeld in tweekamerwoningen, met centraal trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht.. Aan de Kruitmolenstraat, opeenvolging van negen trapgeveltjes van het enkelhuistype volgens repeterend schema, met regionalistische stijltendens. Baksteenbouw voorzien van gesmeed ijzeren sierankers, met schaarse verwerking van hardsteen voor dorpelsHorizontaal bouwonderdeel van een venster of deur (onderdorpel, tussendorpel, bovendorpel)., kraag- en dekstenen, op een natuurstenen rusticasokkel; I-balkenIJzeren latei met I-profiel. met rozetten als vensterlateien. Elk geveltje afzonderlijk begrensd door lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries)., die de twee zogenaamd Brugse traveeën(Neo-) Vlaamse renaissance gevelordonnantie, bestaande uit nisvormige traveeën. omschrijven en uitlopen in de spitsboognis van de getrapte top (vier treden + topstuk) met overhoeks fiaal. Voornamelijk gekoppelde spitsboognisjes boven de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.; gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Dito bovenlicht boven de deur met accoladeboogvormige latei op kraagstenen, in de rechtertravee. Bewaard houtwerk. Typische emailplaatjes «gaz aux etages» naast de deur.
Aan de Onze-Lieve-Vrouw van Vaakstraat, zijgevel van het hoekpand met vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geritmeerd door lisenen met boog- of tandfries, en oplopende spitsboognissen, deels blindZonder opening; blind venster, schijnopening., deels met zelfde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., de laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met gekanteelde bekroning. Ernaast twee identieke trapgevels als aan de Kruitmolenstraat.


Bronnen

Archieven
SAB/OW19748 (1898).