Typologie(ën)
kantoorgebouw
Ontwerper(s)
R. THÉRY – architect – 1912-1913
Stijlen
Beaux-Artsstijl
Inventaris(sen)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 30557
Beschrijving
Kantoorgebouw
(hoek Vesaliusstraat) in Beaux-Arts-stijl, naar ontwerp
van architect R. Théry van 1912-1913,
opgetrokken door de Société Générale Belge d'Entreprises Electriques.
Vier bouwlagen en acht traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder pseudomansardedak (leien). Lijstgevel van natuursteen met ingehouden decor, gekenmerkt door een alternerend travee-ritme en een afgeronde hoekpartij. Begane grond met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. en afwisselend korfboogdeuren en bredere vitrines, met afgeronde beglazing in de hoekpartij; ijzeren vleugeldeuren. Bovenverdiepingen gemarkeerd door verticaliserende penanten en een doorlopend balkon met balustradeHekwerk van spijlen of balusters. op de eerste verdieping. Alternerend rechthoekige vensters en drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere., onder meer met sluitsteen en onderdorpel met drop. Klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met vleugelstukken en afwisselend booglijst en driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..
Vier bouwlagen en acht traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder pseudomansardedak (leien). Lijstgevel van natuursteen met ingehouden decor, gekenmerkt door een alternerend travee-ritme en een afgeronde hoekpartij. Begane grond met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. en afwisselend korfboogdeuren en bredere vitrines, met afgeronde beglazing in de hoekpartij; ijzeren vleugeldeuren. Bovenverdiepingen gemarkeerd door verticaliserende penanten en een doorlopend balkon met balustradeHekwerk van spijlen of balusters. op de eerste verdieping. Alternerend rechthoekige vensters en drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere., onder meer met sluitsteen en onderdorpel met drop. Klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met vleugelstukken en afwisselend booglijst en driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..
Bronnen
Archieven
SAB/OW 5924 en 21096 (1912-1913).