Typologie(ën)
bank
Ontwerper(s)
G. MARTIN – architect – 1923
Stijlen
Beaux-Artsstijl
Inventaris(sen)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 30059
Beschrijving
Voormalig
bankgebouw, opgetrokken door de Banque Belge & Française, in Beaux-Artsstijl, naar ontwerp van architecten G.
Martin en G. Dufas van 1923, in de gevel gesigneerd en gedateerd 1924.
Karakteristiek hoekgebouw (Parochiaansstraat nr. 1-5), uitgewerkt als rotonde;
zes bouwlagen waaronder entresol, verhoogd met een attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. onder
afgeknot koepeldakDak waarvan de buitenomtrek die van een koepel is. doorlopend in een gebogen pseudo-mansarde (leien), en tien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...).
Gevel met parement
van overwegend natuursteen, verwerkt met baksteen, met rijk bewerkt decor;
structuur van gewapend beton. Symmetrische dispositie van vier brede gebogen
hoektraveeën, aan weerszij geflankeerd door één smalle en twee gekoppelde
traveeën. Benedenbouw met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. achter vlakke rechthoekige lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries).;
opengewerkt middenportaal met dubbele rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. en trap, balkons met balustrade
en consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. op de entresol. Hoekrotonde op de bovenverdiepingen geritmeerd door
kolossale bakstenen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met hoekblokken; eerste verdieping gemarkeerd
door een doorlopende balustradeHekwerk van spijlen of balusters. en zware postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. met monogram bf van de vroegere bank. Rechthoekige
vensters op bewerkte borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met guirlande of geometrisch motief,
herhaald in de ijzeren vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal. van de zijtraveeën. Gewelfde
gevelbeëindiging door een omlopende guirlande en onder meer gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. consoles
met bloemenslinger, bekroond door de attiekbalustrade. Attiekvensters met
fronton.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 31009 (1923).