Typologie(ën)
opbrengsthuis
café/brasserie/taverne
café/brasserie/taverne
Ontwerper(s)
E. LE GRAIVE – 1914
Stijlen
Eclectisme
Beaux-Artsstijl
Inventaris(sen)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 32250
Beschrijving
Opbrengsthuis
met vier bouwlagen en terugwijkende attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. onder gebogen mansarde, n.o.v.
architect E. Le Graive, 1914.
Similigevel met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.; zichtbare ijzeren structurele elementen, onder meer de pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en I-balkIJzeren latei met I-profiel. met ingewerkte consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. van de pui, en de overspanningen van de verdiepingen. Vermenging van Beaux-Artselementen voor de pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., guirlandes en trigliefen, met late art nouveau-ornamenten, ook in het houtwerk met typische roeden en het ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw.. Pui met centrale inkom, naast links privétoegang met monogram “HDL” van bouwheer H. de Leeuw in het bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. van de beglaasde ijzeren vleugeldeur. Brede trapézoïdale erker op de eerste verdieping, gestapeld over de rechtertraveeën op de tweede en derde verdieping ; geflankeerd en bekroond door ijzeren balkons, breed vóór de attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt.. Twee rondbogige dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met topstuk; ijzeren vorstkamKamvormige, geajoureerde bekroning in steen of metaal op de nok van een dak. met leeuwenfiguur.
Similigevel met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.; zichtbare ijzeren structurele elementen, onder meer de pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en I-balkIJzeren latei met I-profiel. met ingewerkte consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. van de pui, en de overspanningen van de verdiepingen. Vermenging van Beaux-Artselementen voor de pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., guirlandes en trigliefen, met late art nouveau-ornamenten, ook in het houtwerk met typische roeden en het ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw.. Pui met centrale inkom, naast links privétoegang met monogram “HDL” van bouwheer H. de Leeuw in het bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. van de beglaasde ijzeren vleugeldeur. Brede trapézoïdale erker op de eerste verdieping, gestapeld over de rechtertraveeën op de tweede en derde verdieping ; geflankeerd en bekroond door ijzeren balkons, breed vóór de attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt.. Twee rondbogige dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met topstuk; ijzeren vorstkamKamvormige, geajoureerde bekroning in steen of metaal op de nok van een dak. met leeuwenfiguur.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 9048 (1914).