Typologie(ën)
herenhuis
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1800-1850
Stijlen
Neoclassicisme
Inventaris(sen)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 32254
Beschrijving
Herenhuis
in neoclassicistische stijl, eerste helft 19e eeuw.
Bepleisterde en beschilderde gevel van drie bouwlagen en acht traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldak, horizontaal geleed door de plint, de zware, geprofileerde puilijst, en het brede hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Licht uit de as geplaatste centrale risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. in de vierde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), geaccentueerd door een oplopende vensternis op de verdieping. Rechthoekige vensters, haast vierkant op de lagere derde bouwlaag, met lekdrempels, en vermoedelijk later toegevoegde geriemde stucomlijstingen; ijzeren tralies op de benedenverdiepingen, vensterleuningen met dubbele krul op de hoogste verdieping. Rechthoekige inrijpoort met kwarthol profiel in de linkertravee. Sterk geprofileerde kroonlijst met klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop., friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). waarin steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel. met schijfvormige vulling en gelede architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden..
Bepleisterde en beschilderde gevel van drie bouwlagen en acht traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldak, horizontaal geleed door de plint, de zware, geprofileerde puilijst, en het brede hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Licht uit de as geplaatste centrale risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. in de vierde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), geaccentueerd door een oplopende vensternis op de verdieping. Rechthoekige vensters, haast vierkant op de lagere derde bouwlaag, met lekdrempels, en vermoedelijk later toegevoegde geriemde stucomlijstingen; ijzeren tralies op de benedenverdiepingen, vensterleuningen met dubbele krul op de hoogste verdieping. Rechthoekige inrijpoort met kwarthol profiel in de linkertravee. Sterk geprofileerde kroonlijst met klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop., friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). waarin steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel. met schijfvormige vulling en gelede architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden..
