Typologie(ën)
woning
gelijkvloers met handelszaak
gelijkvloers met handelszaak
Ontwerper(s)
Henri BEYAERT – architect – 1856
F. SYMONS – 1902
Stijlen
Louis-Philippe
Eclectisme
Inventaris(sen)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 31183
Beschrijving
Rijhuis
met Louis-Philippe- en Second-Empirekenmerken, een vroege realisatie van
architect Hendrik Beyaert, 1856. Gebouw van drie bouwlagen en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken..
Gevel met geëlaboreerd decor, in combinatie van bepleistering en natuur- of hardsteen, voorzien van een wellicht oorspronkelijke imitatie-bak- en natuursteenbeschildering. Bovenvensters gevat in verticaal oplopende, geriemde omlijstingen, vanaf een geprofileerd kordonUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels.: rechthoekige bel-etagevensters met entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. en spiegelboogvensters met lekdrempel op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. op de lage derde bouwlaag; gebeeldhouwde cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. met ranken op de gediepte borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Penanten en fries gecompartimenteerd door platte banden, doorgetrokken in de vensteromlijstingen, waarbinnen casementen. Bedekte steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel.. Kroonlijst met klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop. op vier uitgelengde voluutconsoles, uitgewerkt tot een nagenoeg gevelbreed, gekornist gebroken frontonFronton waarvan het middendeel is doorbroken.; centrale dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met driehoekig fronton op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en ijzeren hek, in het ontwerp met balustradeHekwerk van spijlen of balusters. en bekronend topstuk.
Oorspronkelijk brede steekboogvitrine en winkeldeur met geblokte posten met diamantkoppen - cf. bewaarde rechterpost - onder gebogen waterlijstenVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen., op de hardstenen begane grond; heden verbouwd.
Inwendig verbouwd en uitgebreid n.o.v. architect F. Symons van 1902.
Gevel met geëlaboreerd decor, in combinatie van bepleistering en natuur- of hardsteen, voorzien van een wellicht oorspronkelijke imitatie-bak- en natuursteenbeschildering. Bovenvensters gevat in verticaal oplopende, geriemde omlijstingen, vanaf een geprofileerd kordonUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels.: rechthoekige bel-etagevensters met entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. en spiegelboogvensters met lekdrempel op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. op de lage derde bouwlaag; gebeeldhouwde cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. met ranken op de gediepte borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Penanten en fries gecompartimenteerd door platte banden, doorgetrokken in de vensteromlijstingen, waarbinnen casementen. Bedekte steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel.. Kroonlijst met klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop. op vier uitgelengde voluutconsoles, uitgewerkt tot een nagenoeg gevelbreed, gekornist gebroken frontonFronton waarvan het middendeel is doorbroken.; centrale dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met driehoekig fronton op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en ijzeren hek, in het ontwerp met balustradeHekwerk van spijlen of balusters. en bekronend topstuk.
Oorspronkelijk brede steekboogvitrine en winkeldeur met geblokte posten met diamantkoppen - cf. bewaarde rechterpost - onder gebogen waterlijstenVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen., op de hardstenen begane grond; heden verbouwd.
Inwendig verbouwd en uitgebreid n.o.v. architect F. Symons van 1902.
Bronnen
Archieven
SAB/OW12256 (1856, 1902).