Typologie(ën)

school

Ontwerper(s)

Adolphe SAMYNarchitect1894-1897

Stijlen

Eclectisme
Neorenaissance

Inventaris(sen)

  • Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
  • Inventaris van engineering erfgoed (2011)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Wetenschappelijk
  • Technisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 31226
lees meer

Beschrijving

Gemeenteschool Nr. 7. Oorspronkelijk lagere jongensschool, naar ontwerp van architect A. Samyn van 1894, opgetrokken vanaf 1895 en ingehuldigd in 1897. Schoolgebouw in eclectische stijl met neo-renaissance-elementen, bestemd voor 1100 leerlingen, teruggaand op de typologie van de Modelschool (zie Maurice Lemonnierlaan nr. 110). Gebouwd ter plaatse van de gesloopte Canivetgang, ter vervanging van de vroegere lokalen van de school. opgericht in 1863, in de noordvleugel van de achteraan aanpalende Brandweerkazerne (zie Vossenplein). Projecten voor de nieuwe school werden reeds door Samyn uitgewerkt in 1882-1890.

De plattegrond beschrijft een voorbouw aan de straat, met inkom en dienstlokalen, dwars erop een beglaasde hal met hellend vlak als overgang naar het eigenlijke, lager gelegen klassengebouw. Laatst genoemde bestaande uit een voorportaal met monumentale bordestrap, en aansluitend de overdekte speelplaats, over twee verdiepingen geflankeerd door in totaal een 25-tal klaslokalen; twee open speelplaatsen ten noorden en zuiden. Tot de voorzieningen behoorden voorts een bibliotheek, schoolmuseum, timmeratelier, turnzaal en een douchezaal.

Klassiek gevelfront met parementGevel- of muurbekleding. van Gobertange voor de bovenbouw, en hardsteen voor de benedenbouw. Lijstgevel met twee bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Begane grond geritmeerd door twee hoge rondbogen op pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., respectievelijk met inkom en drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere., waartussen een kleiner rondboogvenster. SchijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. met uitstraling; aflijnende friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met schijfornamenten onder de puilijst. Fraaie vleugeldeur met schijvenbeslag en gesmeed ijzeren rooster. Boven- verdieping gemarkeerd door een centrale rondboognis in harstenen neorenaissance-omlijsting met composiet pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en topstuk. Beeld van Marnix van Sint-Aldegonde door beeldhouwer V. De Haen en opschrift “ratio instituendae iuventutis”. Flankerende rechthoekige vensters op doorgetrokken lekdrempels, en jaarstenen “anno 1896”. Breed hardstenen hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met kordonUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels., fries met wapen van Brussel, opschrift “ecole communale no 7/ gemeenteschool no 7” en rozetten, en kroonlijst met klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop. en tandlijst; erboven blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt..

Interieur uitgevoerd in baksteen met verwerking van natuur- en hardsteen met betegelde lambriseringenWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, …, en gebruik van ijzer voor constructieve delen, overspanningen en kappen. Hal met dubbel hellend vlak en beglaasde kapspant. Voorportaal met dubbele steekbogenarcade en troggewelven; bordestrap met balustrade in dito arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. ten zuiden, versierd met gipsen bas-reliëfs, vermoedelijk elementen van een oorlogsmonument door beeldhouwer J. Marin uit 1921. Overdekte speelplaats van acht traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder een deels beglaasde, deels met hout beklede kap met gebogen portiekspanten op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Aan vier zijden omlopende galerij met gebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. ijzeren leuning, op troggewelven en schuine colonnettes; tweede galerij op colonnettes aan de oostzijde. Drieledige opstand geritmeerd door steekbooglisenen aan de noord- en zuidzijde: hooggeplaatste drielichten, alternerend boven deuren met entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. van de klaslokalen, en blinde topgeleding met centraal rooster; volledig beglaasde topgeleding aan de westzijde. Bevloering met centrale windroos.


Bronnen

Archieven
SAB, AA, 1895, rep. 3483; IF, Album 11-18; NPP, Q 7.