Typologie(ën)

bijgebouwen

Ontwerper(s)

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

  • Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30123
lees meer

Beschrijving

Poortgebouw in neoclassicistische stijl, oorspronkelijk twee bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), waarvoor bouwaanvraag van 1858- 1860. Opgetrokken ter plaatse van een gedeelte van de tuinmuur - twee vakken binnen geblokte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met vaas - toegeschreven aan architect Barnabé Guimard, cf. straatinleiding, waarvan wellicht elementen werden hergebruikt. Derde bouwlaag naar ontwerp van architect J. Vermeersch van 1938; halve linkse traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) mogelijk van bij oorsprong of later, en eertijds blindZonder opening; blind venster, schijnopening..

Bepleisterde en beschilderde lijstgevel, geleed door het middenrisaliet met schijnvoegen en geblokte hoekpilasters, de sokkel en entablementenHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. Centrale rondboog met diamantkopsleutel en uitstraling, waarbinnen een rechthoekige poort, een paneel met neuten en een segmentbogig bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden.. Verkleinende rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., getralied op de begane grond. Toegevoegde verdieping in kopiërende stijl. Achtergevel met zelfde indeling.

Aan oostkant van het binnenplein: gebouw met vier bouwlagen, vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en mansardedak. Kern gevormd door een dubbelhuisGebouw waarvan de kamers geordend zijn langs beide zijden van de centrale toegangsas. van drie en een halve bouwlaag uit begin 19e eeuw, wellicht opklimmend tot laatste kwart 18e eeuw, met een achterbouw van twee bouwlagen uit midden 19e eeuw. Tot het huidige volume verbouwd naar ontwerp van J. Vermeersch van 1932.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 1045 (1858-1860), 49746 (1938), 41371 (1932).