Typologie(ën)
woning
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1780
Stijlen
Neoclassicisme
Inventaris(sen)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 30114
Beschrijving
Zelfde
geheel van vier woningen als nr. 25 tot 31. Oorspronkelijk identieke opstand;
huidig uitzicht tengevolge van zelfde of bescheidener gevelrestauraties, sloop
en wederopbouw van nr. 37, in eerste helft 20e eeuw.
Nr. 35. Gevelrestauratie naar ontwerp van architect F. Denayer van 1947: simili-bekleding, hardstenen plint en ontpleisterde deuromlijsting, ijzeren vleugeldeur. Schijfvormige steigergatvullingen. Inwendige verbouwing en uitbreiding in 1933 (architecten R. & R. Théry) en 1976 (architect R. Maquestieau).
Interieur. Resten van de oorspronkelijke indeling op alle verdiepingen.
Nr. 37. Sloop en wederopbouw naar ontwerp van architect P. Picquet van 1908. Natuurstenen lijstgevel met hardstenen plint, met zelfde ordonnantie en volume als de gesloopte constructie, doch rijkere gevelbehandeling: vensteromlijstingen met bijkomend paneel met rozetten en drop, lekdrempels, puilijst en centraal balkon met consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden. en consoles, dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met schouderstukken, oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster. en gebogen waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. op gestrekte uiteinden; ijzeren deur en borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..
Nr. 39. Gevelrestauratie, cf. nr. 25 tot 31, waarvoor bouwaanvraag van 1924-1925: zelfde puilijst, balkon en ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw. als nr. 25, dakkappel naar het voorbeeld van nr. 37. Gelijktijdig uitbouw met nieuwe achtergevel en mansardedak.
Nr. 41. Gevelrestauratie naar ontwerp van architect Paul Bonduelle van 1922-1923, gepaard met inwendige verbouwing en uitbreiding: simili-bekleding - hedenbeschilderd -, hardstenen plint en ontpleisterde deuromlijsting, natuurstenen architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden. en kroonlijst, zelfde dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. als nr. 25, ijzeren kelderhekken en vensterleuningen. Inwendige verbouwing in 1947 (architect F. Vervalcke).
Nr. 35. Gevelrestauratie naar ontwerp van architect F. Denayer van 1947: simili-bekleding, hardstenen plint en ontpleisterde deuromlijsting, ijzeren vleugeldeur. Schijfvormige steigergatvullingen. Inwendige verbouwing en uitbreiding in 1933 (architecten R. & R. Théry) en 1976 (architect R. Maquestieau).
Interieur. Resten van de oorspronkelijke indeling op alle verdiepingen.
Nr. 37. Sloop en wederopbouw naar ontwerp van architect P. Picquet van 1908. Natuurstenen lijstgevel met hardstenen plint, met zelfde ordonnantie en volume als de gesloopte constructie, doch rijkere gevelbehandeling: vensteromlijstingen met bijkomend paneel met rozetten en drop, lekdrempels, puilijst en centraal balkon met consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden. en consoles, dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met schouderstukken, oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster. en gebogen waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. op gestrekte uiteinden; ijzeren deur en borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..
Nr. 39. Gevelrestauratie, cf. nr. 25 tot 31, waarvoor bouwaanvraag van 1924-1925: zelfde puilijst, balkon en ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw. als nr. 25, dakkappel naar het voorbeeld van nr. 37. Gelijktijdig uitbouw met nieuwe achtergevel en mansardedak.
Nr. 41. Gevelrestauratie naar ontwerp van architect Paul Bonduelle van 1922-1923, gepaard met inwendige verbouwing en uitbreiding: simili-bekleding - hedenbeschilderd -, hardstenen plint en ontpleisterde deuromlijsting, natuurstenen architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden. en kroonlijst, zelfde dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. als nr. 25, ijzeren kelderhekken en vensterleuningen. Inwendige verbouwing in 1947 (architect F. Vervalcke).
Bronnen
Archieven
SAB/OW 57078 (1947), 41005 (1933), 85165 (1976), 4291 (1908), 31012 en 31155 (1924-1925), 31013 (1922-1923), 57552 (1947).