Typologie(ën)

opbrengsthuis

Ontwerper(s)

F. TIMMERMANS1699

Pierre Victor JAMAERarchitect1885-1887

Statut juridique

Beschermd sinds 19 april 1977, 07 november 2002

Stijlen

Barok

Inventaris(sen)

  • Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Archeologisch
  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Volkskundig
  • Historisch
  • Landschappelijk
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30907
lees meer

Beschrijving

In de 16e eeuw In den Berg Thabor. Huidig pand i.o.v. J.B. Van de Putte van 1699, gebouwd door meesterschrijnwerker F. Timmermans en meester-metser P. de Roy (?), op de voorgeschreven rooilijn van nr. 11. Op 19e eeuwse zichten: bepleisterde voorgevel, met deur in derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), en onversierde borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. In 1885-1887 restauratie onder leiding van stadsarchitect Pierre Victor Jamaer: verwerking van Gobertange voor de top; Euville- en Savonnièresteen voor kapitelenKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. en geveldecoratie; hardsteen voor vensterkruisen; vernieuwen van raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. en dakvenster zijgevel; cementeren van voor- en zijgevel.

Op hoek met Hoedenmakersstraat. Burgerwoning van drie bouwlagen en drie traveeën onder afgesnuit zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. met dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Verhoogde halsgevelGevel waarvan de geveltop rechthoekig is en geflankeerd wordt door (gebeeldhouwde) vleugel- of klauwstukken. in sobere classicerende barokstijl. Hardstenen benedenverdieping, met op centraal gecementeerde borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.
“AUX TROIS COULEURS” (19e eeuw ?). GecementeerdeMet portlandcement bestrijken. verdiepingen geleed door kolossale composietpilasters: centrale risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. begrensd door halve pilasters en uitlopend in de geveltop. rechthoekige kruisvenstersVenster, door een moneel en een tussendorpel in vier vlakken verdeeld.. Centrale borstwering op tweede bouwlaag verfraaid met vergulde barokcartouche; balustrades in de zijtraveeën en op bovenste verdieping centraal tussen guirlandes. Tweeledige top met platbanddecor: respectievelijk rondboogvenster tussen kleine rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster. onder booglijst. Markerende druiplijst en afwerking met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer., festoenenAan strikken of linten opgehangen slinger van gehouwen of gesneden vruchten en loofwerk, vaak met neerhangende uiteinden., sierbollen en gebogen pseudo-fronton onder siervaas.
Bepleisterde zijgevel in Hoedenmakersstraat op zandstenen sokkel. Drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), waarvan linker traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met kruisvenstersVenster, door een moneel en een tussendorpel in vier vlakken verdeeld. op verdiepingen ; markerende lelieankers, waterlijsten en steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel..

Bronnen

Archieven
SAB/OW 8591 (1885-1887); NPP, D 4.

Publicaties en studies
CORDEIRO, P., HEYMANS, V., LAMBERT, C, et al., étude historique et architecturale des maisons de la Grand-Place, Cel Historisch Erfgoed van de Stad Brussel, Brussel, 1999.
De PANGE, I., La Grand-Place de Bruxelles, aparté, Brussel, 2011.
HENNAUT, E., De Grote Markt. Werelderfgoed, Brussel, 2018 (Brussel, stad van kunst en geschiedenis: 56).
HEYMANS, V., (o.l.v.), Les Maisons de la Grand-Place de Bruxelles, CFC-éditions, Brussel, 2011.

Tijdschriften
CORDEIRO, P., MARTOU, M.-N., MOUTURY, S., La gestion de la Grand-Place de Bruxelles et ses abords in Thema & Collecta, 1, 2011, pp. 51-59.
De Restauratie van een uitzonderlijk decor. De gevels van de Grote Markt in Erfgoed Brussel, 2018 (Extra nummer).
L’Emulation, 1889, 14, kol. 74-75, pl. 1.

Websites
BALat KIK-IRPA