Typologie(ën)
opbrengsthuis
Ontwerper(s)
O. SIMON – architect – 1898
Stijlen
Eclectisme
Inventaris(sen)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 30131
Beschrijving
Opbrengsthuis
in eclectische stijl met art-nouveau-elementen naar een ontwerp van architect
Oscar Simon, 1898, gesigneerd op plint.
Vier bouwlagen en tien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder pseudo-mansardedak. Geelgekleurde bakstenen gevel met hardstenen elementen op dit benedenverdieping. Geritmeerd door twee traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) brede, gestapelde erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met ijzeren structuur op consoles; grotendeels glasdeuren achter Franse balkons met ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., en onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. en tegelfriezen boven de lateien in overige traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Puien en toegangen tussen geblokte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel..
Vier bouwlagen en tien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder pseudo-mansardedak. Geelgekleurde bakstenen gevel met hardstenen elementen op dit benedenverdieping. Geritmeerd door twee traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) brede, gestapelde erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met ijzeren structuur op consoles; grotendeels glasdeuren achter Franse balkons met ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., en onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. en tegelfriezen boven de lateien in overige traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Puien en toegangen tussen geblokte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel..
Bronnen
Archieven
SAB/OW 11889 (1898).