Typologie(ën)
werkplaats (ambachtelijk)
woning
woning
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1600-1700
Stijlen
Traditionalisme
Neoclassicisme
Rococo
Inventaris(sen)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
- Inventaris van de Industriële Architectuur (AAM - 1980-1982)
- Inventaris van het Industrieel Erfgoed (La Fonderie - 1993-1994)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Wetenschappelijk
- Sociaal
- Technisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 32092
Beschrijving
In
oorsprong twee afzonderlijke breedhuizen, vermoedelijk met traditionele 17e-eeuwse
kern, heden samengetrokken; drie bouwlagen en elk drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...),
respectievelijk onder door aandaken gemarkeerd zadelen mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. In
neoclassicistische stijl aangepaste lijstgevels (eerste helft 19e eeuw), heden
verenigd door een vernieuwde bekleding.
Rechthoekige, naar boven toe
verkleinende venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met lekdrempels. Klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.; dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met
pseudofronton. Spiegelboogpoort met hardstenen omlijsting in Lodewijk XV-stijl,
in vierde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...): geprofileerd kwarthol beloop met neuten, rocaillemotieven als
sluitsteen en in de zwikkenHoekstuk tussen een boog en de omlijsting waarin de boog gevat is., onder geprofileerde en gebogen waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. op
gestrekte uiteinden, uit derde kwart 18e eeuw; steenhouwersmerk. Oorspronkelijk smeedijzeren
rankwerk, met later ingevoegde lantaarn, in het bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden..