Onderzoek en redactie

1989-1994

 

Bekijk de weerhouden gebouwenHalfcirkelvormig plein in het centrum van het heringerichte zuiddeel van het voormalige Groot Begijnhof.
Het Begijnhof Onze-Lieve-Vrouw ten Wijngaard, ook Groot Begijnhof genaamd, cf. het voormalige Klein Begijnhof bij de Koningsstraat, werd ca. 1250 gesticht buiten de eerste stadsomheining bij de Lakensepoort, afhankelijk van de parochie van Sint-Jans-Molenbeek. Als stichter geldt Renier van Breeteycken, pastoor van Meerbeek en eerste provisor die de statuten opstelde. Schikkingen in verband met de bouw van huizen goedgekeurd door de bisschop van Kamerijk in 1250. Oudste archiefstuk in verband met aanwezigheid van begijnen te Brussel, pauselijke bulle van Innocentius IV, evenwel daterend van 1247. Statuten goedgekeurd door hertog Jan I in 1271 en de bisschop van Kamerijk in 1272. Begevingsrecht, in 1252 geregeld tussen het Sint-Goedelekapittel en de pastoor van Molenbeek, in 1275 overgedragen aan de Sint-Bernardsabdij van Hemiksem. Uitbouw en bloei vanaf tweede helft 13e eeuw met hoogtepunt in tweede helft 14e eeuw. Tijdelijke sluiting en moeilijkheden in eerste kwart 14e eeuw ingevolge veroordeling van de begijnenorde door paus Clemens V (1311), doch zoals alle begijnhoven van het bisdom Kamerijk gevrijwaard door paus Johannes XII (1318-1319). Geplunderd door de Calvinisten in 1579 en 1584, door de Fransen in 1794. Opgeheven in 1797 en onder toezicht van het Bestuur der Godshuizen geplaatst in 1800.

Het Groot Begijnhof vertoonde tot begin 19e eeuw het typische schema van een straatbegijnhof: ruime ommuurde en deels omwalde driehoek, toegankelijk via een monumentale ingangspoort in de Lakensestraat, doorsneden door een hoofdstraat, de huidige Begijnhofstraat, met talrijke parallelle straatjes aan weerszijden, cf. de huidige Vlierwijk, de kerk en de nabijgelegen infirmerie als centrum, en hovingen ten noorden. De huidige stedenbouwkundige aanleg met raster- en sterstructuur kwam in twee opeenvolgende fasen tot stand. Het noordelijke deel van het Groot Begijnhof en de terreinen grenzend aan de gedempte omheiningsgracht werden heraangelegd naar ontwerp van architect H.L.F. Partoes van 1822, nog gewijzigd in 1824, omvattend: de inplanting van het Groot Godshuis, de aanleg van de nieuwe Fermerijstraat, Grootgodshuisstraat en Marcqstraat en de aanpassing van de bestaande Begijnhofstraat, Kastanjeboomstraat, Seringstraat, Lakensestraat, Vaartstraat en Steenkoolkaai, (zie Grootgodshuisstraat). Het zuidelijke deel werd heringericht naar ontwerp van landmeter H.B. Van Keerbergen van 1856. Het historische weefsel van begijnhofstraatjes werd hierbij vervangen door een radiale aanleg met het halfcirkelvormige plein als centrum van drie nieuwe straten, de Cipresstraat, Populierstraat en Rolstraat, van de gevrijwaarde delen van de Begijnhofstraat, en van de Fermerijstraat. De Sint-Jan-Baptistkerk werd volgens 19e-eeuws principe ontmanteld en als perspectivisch sluitstuk geaccentueerd.

De zo ontstane Begijnhofwijk werd respectievelijk in de jaren 1820 en 1850-1860 bebouwd met voorname burger- en herenhuizen die zowel in het noordelijke als in het zuidelijke deel een homogeen neoclassicistisch geheel vormen. Slechts enkele begijnenhuisjes bleven bewaard, dan nog in aangepaste vorm cf. Begijnhofstraat nr. 9, 15, 17 en Vlierwijk nr. 2, 3.

Gebogen pleinwand met homogeen karakter, spijts banale aanpassingen cf. uien en het pand nr. 8 (1857). Sobere hoekhuizen, nr. 1 (1858) en 7 (1857, architect Verbist), met drie bouwlagen + mezzanino, kordongeleding, geriemde vensteromlijstingen en winkelpui van bij oorsprong. Nieuw appartementsgebouw bij de Cipresstraat. Nieuwe autovrije pleinaanleg afgeboord met palen en kettingen vóór de kerk, in 1988.


Bronnen

Archieven
SAB/OW 26221 (1856), 7355 (1857), 7390 (1858), 19349 (1857); PP, 118. 

Publicaties en studies
COEKELBERGHS D., LOZE P., L’église Saint- Jean-Baptiste au Béguinage a Bruxelles et son mobilier, s.l., 1981.
ID., Un ensemble néo-classique a Bruxelles : le Grand Hospice et le quartier du Béguinage, s.l., 1983.