Typologie(ën)

opbrengsthuis

Ontwerper(s)

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

  • Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 33136
lees meer

Beschrijving

Geheel vier opbrengsthuizen met neoclassicistsiche inlag, gebouwd i.o.v. de Société de Travaux Publics et Constructions, 1879.

Bepleisterde en beschilderde gevels op hardstenen plint.
Afgeschuind hoekhuis met entresol en drie bouwlageng, negen traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en zadeldak. Begane grond met geblokte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. waartussen winkelpuien en privédeur. Rijwoningen met vier bouwlagen en elk drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.; begane grond met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. uitstralend boven rechthoekige muuropeningen met diamantkopsleutels. Verdiepingen met centrale risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. en hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. met balkons met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., doorlopend  in zijbalkons op bel-etage; horizontale geleding door kordons en klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in geriemde omlijsting met neuten en soms borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., onder meer met rozetten. Nr. 86, verbouwd voor winkelpui.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 20457 (1879).