Typologie(ën)

appartementsgebouw

Ontwerper(s)

L. MULLER1932

A. SERVAIS1932

Stijlen

Art deco

Inventaris(sen)

  • Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 31977
lees meer

Beschrijving

Ruim appartementencomplex in art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik. naar een ontwerp van architecten L. Muller en A. Servais, 1932.

Geheel bestaande uit drie blokken met telkens zestien appartementen, twee per verdieping aan weerszij van het centrale trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht.. Negen bouwlagen waaronder drie terugwijkende attiekverdiepingenVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. . Strakke, bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevelopstanden op sokkelvormende puien van zwart graniet, verwant met de Nieuwe Zakelijkheid, doch door de classicerend symmetrische opbouw van de bovenverdiepingen eerder aanleunend bij de art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik..

Breder, licht concaaf front van negen traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in
de Léon Lepagestraat ; rechtlijnig front van zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in de Antoine Dansaertstraat. Puien en toegangsdeuren op benedenverdieping. Verdiepingen verticaal geritmeerd door hoekrisalieten met kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., en centrale trapézoïdale erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door terras, alternerend met verdiepte velden met gelede afwerking. AttiekverdiepingenVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw.  krachtig belijnd door breed uitkragende kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., de centrale met trapezoïdaal uitspringende vensters. Rechthoekige openingen. Typisch ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw. van deuren en borstweringen.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 50613 (1932).