Typologie(ën)

hotel

Ontwerper(s)

E. LIBION1928-1929

Stijlen

Art deco

Inventaris(sen)

  • Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 33242
lees meer

Beschrijving

Imposant hotel in art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik., naar ontwerp van architect E. Libion van 1928-1929, voltooid in 1930.

L-vormig complex met achtergevel aan de Mechelsestraat nr. 38; benedenbouw en zeven verdiepingen, waarvan hoogste twee als terugwijkende attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt.. Constructie van gewapend beton. Voorgevel van natuursteen met vier brede traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), gekenmerkt door spel van bowwindows en balkons met alternerend convexe en concave lijnvoering. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. oorspronkelijk met rechthoekige openingen en markante luifel ; verbouwd met invoegen van entresol voor restaurant (1960, architect M.A. Van Cauwelaert). Bovenverdieping geopend door drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. ; breder verlichte eerste verdieping met lantaarns en opschrift «Restaurant au premier». Hoogste verdieping belijnd door kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en gevelbrede, deels opengewerkte balkons met zware postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. en consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.; opschrift “Hotel G. Scheers” in frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Typisch gebeeldhouwd decor van voornamelijk rozetkorven, -friezen en -slingers, en ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw. met waaiermotief van borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..

Gecementeerde achtergevel met één brede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), oplopende bowwindow, mansardedak en dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. boven derde verdieping, vier attiekverdiepingenVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. . Zelfde decor en ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw.. Begane grond verbouwd.



Bronnen

Archieven
SAB/OW
 38498 en 36325 (1928-1930), 72526 (1960).

Tijdschriften
Batir, 1933, 5, p. 188.