
© Reproductierecht onder strikte voorwaarden

© Reproductierecht onder strikte voorwaarden

© Reproductierecht onder strikte voorwaarden

© Reproductierecht onder strikte voorwaarden

© Reproductierecht onder strikte voorwaarden
Identificatie
- ID
- 16085
Administratieve gegevens
- Onderzoek en redactie
- 2006-2007
Kenmerken
- Ontwerper(s)
- Jean-Florian COLLIN (1935 - architect)
- Typologie(ën)
- Appartementsgebouw
- Stijl(en)
- Modernisme
Beschrijving
Twee identieke modernistischeInternationale stijl (vanaf ca. 1920) waarbij het functionele primeert op de vorm. Wordt gekenmerkt door een rationeel grondplan, eenvoudige geometrische vormen, platte daken en het gebruik van moderne materialen zoals gewapend beton. appartementsgebouwen, n.o.v. Jean Florion Collin, 1935.
Symmetrische bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevels. Zeven bouwlagen en zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder plat dak. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met garagepoorten. Op benedenverdieping centrale brede uitbouw in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.; opvallende rondboogdeur in diepe getrapteGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. omlijsting; bereikbaar via trap met leuningen. Centrale smalle traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. en gevat in dezelfde omlijsting; polygonaalRegelmatige veelhoek. uitspringende borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. In tweede en vijfde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld..
Tuinhek en metalen deur oorspronkelijk. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... deels oorspronkelijk; in centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd.; deels oorspronkelijke rolluiken.
Symmetrische bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevels. Zeven bouwlagen en zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder plat dak. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met garagepoorten. Op benedenverdieping centrale brede uitbouw in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.; opvallende rondboogdeur in diepe getrapteGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. omlijsting; bereikbaar via trap met leuningen. Centrale smalle traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. en gevat in dezelfde omlijsting; polygonaalRegelmatige veelhoek. uitspringende borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. In tweede en vijfde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld..
Tuinhek en metalen deur oorspronkelijk. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... deels oorspronkelijk; in centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd.; deels oorspronkelijke rolluiken.
Archieven
SAB/OW 19: 45483 (1935); 21: 45482 (1935).
SAB/OW 19: 45483 (1935); 21: 45482 (1935).
Afkortingen | Onderzoek en redactie : 2006-2007.