Typologie(ën)
appartementsgebouw
Ontwerper(s)
Pierre GUILLISSEN – architect – 1964-1965
Stijlen
naoorlogs modernisme
Inventaris(sen)
- Het monumentale erfgoed van België. Brussel Uitbreiding Zuid (Apeb - 2005-2008)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
Onderzoek en redactie
2006-2007
id
Urban : 15750
Beschrijving
Complex met studentenwoningen, in 1964-1965 ontworpen door architect Pierre GUILLISSEN. Het gebouw telt 227 kamers, tot in 1975 voorbehouden voor jonge meisjes.
Tien bouwlagen en dertien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), waarvan elfde uitspringend en met balkons. Doorlopende borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in samengestelde porfi ersteen. Brede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met roestvrij stalen omlijsting rond houten schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... , wat voor die tijd nieuw was. Vernuftig sluitingssysteem met nylon glijders. Gebouw gebouwd in betonnen zuilen en paddenstoeltegels, wat een snelle constructie mogelijk maakte.
Interieur. Destijds als modelinrichting opgevat: individueel sanitair, voldoende ruime kamers van 10 m², vergader- en werkzalen, gemeenschappelijke diensten (keuken, was- en strijkruimte, garderobe, enz.), geluidsisolatie (speciaal bestudeerde geprefabriceerde tussenwanden en vasttapijt), veiligheid (noodtrap, enz.). Installatie voor waterverzachting van warm water. Gangen met bakstenen muren en geïntegreerde lage verlichting. Uniforme oranje kleur voor gevelafwerking.
Tien bouwlagen en dertien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), waarvan elfde uitspringend en met balkons. Doorlopende borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in samengestelde porfi ersteen. Brede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met roestvrij stalen omlijsting rond houten schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... , wat voor die tijd nieuw was. Vernuftig sluitingssysteem met nylon glijders. Gebouw gebouwd in betonnen zuilen en paddenstoeltegels, wat een snelle constructie mogelijk maakte.
Interieur. Destijds als modelinrichting opgevat: individueel sanitair, voldoende ruime kamers van 10 m², vergader- en werkzalen, gemeenschappelijke diensten (keuken, was- en strijkruimte, garderobe, enz.), geluidsisolatie (speciaal bestudeerde geprefabriceerde tussenwanden en vasttapijt), veiligheid (noodtrap, enz.). Installatie voor waterverzachting van warm water. Gangen met bakstenen muren en geïntegreerde lage verlichting. Uniforme oranje kleur voor gevelafwerking.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 82362 (1964-1965).
Publicaties en studies
GILLET, J.-P., Les sept fontaines de la sagesse. U.L.B. 1958-1968. Chronique, Les Éperonniers, Brussel, 1992, pp. 91-92.
UYTTEBROUCK, A., DESPY-MEYER, A. (o.l.v.), 150 ans de l'Université libre de Bruxelles : 1834-1984, Éditions de l'Université de Bruxelles, Brussel, 1984, p. 148.
VAN DEN DUNGEN, P., Les cités d'hier et d'aujourd'hui, Archives de l'Université libre de Bruxelles, Brussel, 1997, pp. 56, 67, 69, 71.
SAB/OW 82362 (1964-1965).
Publicaties en studies
GILLET, J.-P., Les sept fontaines de la sagesse. U.L.B. 1958-1968. Chronique, Les Éperonniers, Brussel, 1992, pp. 91-92.
UYTTEBROUCK, A., DESPY-MEYER, A. (o.l.v.), 150 ans de l'Université libre de Bruxelles : 1834-1984, Éditions de l'Université de Bruxelles, Brussel, 1984, p. 148.
VAN DEN DUNGEN, P., Les cités d'hier et d'aujourd'hui, Archives de l'Université libre de Bruxelles, Brussel, 1997, pp. 56, 67, 69, 71.
Tijdschriften
FRANCART, G., ‘Nouveau style de fenêtres utilisé dans les Gebouws', Acier, 6, 1967, pp. 285-288.
‘ULB cité estudiantine pour jeunes filles', Architecture, 68,1966, pp. 218-221.
FRANCART, G., ‘Nouveau style de fenêtres utilisé dans les Gebouws', Acier, 6, 1967, pp. 285-288.
‘ULB cité estudiantine pour jeunes filles', Architecture, 68,1966, pp. 218-221.
‘Cité estudiantine pour jeunes filles, à Bruxelles', La Maison, 1, 1966, pp. 26-29.
‘ULB cité estudiantine pour jeunes filles', Rythme, 43, 1966, pp. 18-20.
Opmerkelijke bomen in de nabijheid