Typologie(ën)

herenhuis

Ontwerper(s)

Adrien BLOMMEarchitect1906

Stijlen

Beaux-Artsstijl
Art nouveau

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Brussel Uitbreiding Zuid (Apeb - 2005-2008)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2005-2006

id

Urban : 16245
lees meer

Beschrijving

Herenhuis in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. met art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession. elementen (hekwerk, postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering., dakvenster), n.o.v. arch. Adrien Blomme, 1906, vroeger ensemble met nr. 40 (gesloopt).

Vier bouwlagen onder gewelfde topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.. Twee hoogste bouwlagen met drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Gevel in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. met hardstenen elementen. Verdiepingen tussen monumentale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. In eerste bouwlaag vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met smeedijzeren traliewerk en deels opengewerkte en getraliede eiken deur. In tweede bouwlaag bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. bekroond door terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. tussen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.; vijf gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. rondboogvensters met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt.. In gewelfde topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. klein tweelicht onder hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met gestileerd bloemmotief.
Oorspronkelijk schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .

Bronnen

Archieven
SAB/OW 1453 (1906).