Typologie(ën)
villa
Ontwerper(s)
Fernand CONARD – architect – 1910
Stijlen
Eclectisme
Onderzoek en redactie
2006-2007
id
Urban : 16257
Beschrijving
Gekoppelde villa's in eclectische stijl, n.o.v. arch. Fernand Conard, 1910.
Twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Bakstenen gevel met witte bakstenen banden. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. Rondboogvensters, de meeste met gebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. vensterleuningLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal.. Aan straatkant op benedenverdieping drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere., op verdieping drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. onder gemeenschappelijke rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft.. Bewaarde zijgevel op nr. 5 met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) waarvan middelste met ingang inspringend; trap met metalen leuning voor deur onder gebogen glazen luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak.; boven inkom drie smalle venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.; achteraan bijgebouw met buitentrap. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en vleugelstukken. Oorspronkelijk schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .
Op nr. 6 zijgebouw van 1973 in zelfde stijl; benedenverdieping verbouwd in 1990.
Twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Bakstenen gevel met witte bakstenen banden. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. Rondboogvensters, de meeste met gebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. vensterleuningLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal.. Aan straatkant op benedenverdieping drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere., op verdieping drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. onder gemeenschappelijke rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft.. Bewaarde zijgevel op nr. 5 met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) waarvan middelste met ingang inspringend; trap met metalen leuning voor deur onder gebogen glazen luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak.; boven inkom drie smalle venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.; achteraan bijgebouw met buitentrap. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en vleugelstukken. Oorspronkelijk schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .
Op nr. 6 zijgebouw van 1973 in zelfde stijl; benedenverdieping verbouwd in 1990.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 2317 (1910); 6: 83303 (1973), 96939 (1990).