Typologie(ën)

herenhuis
bijgebouwen

Ontwerper(s)

Adrien BLOMMEarchitect1929

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2006-2007

id

Urban : 16112
lees meer

Beschrijving

Imposant herenhuis en bijgebouw in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. getemperd door zekere classicistische strengheid; n.o.v. arch. Adrien Blomme, 1929.

Gelegen op scherp hoekperceel tussen F. Rooseveltlaan en Victorialaan. Bakstenen gevels (Klampsteen) met witstenen elementen (Euville), onder leien mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Op benedenverdieping muuropeningen onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft.; op verdieping(en) rechthoekig. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met gebogen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en vleugelstukken.

F. Rooseveltlaan nr. 13 – Victorialaan nr. 1. Bestaat uit twee vleugels: noordelijk volume met drie bouwlagen, hoogste als attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. , en vijf ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) , gevolgd door een tweede volume met twee bouwlagen en vijf ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geritmeerd door geblokte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel..
Centrale toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. en met kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Rijkelijk beglaasde en getraliede deur binnen gewelfd stenen portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. bekroond door terras met kunstig bewerkte smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..
Noordelijke zijgevel met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); centraal balkon in tweede bouwlaag. Verhoogde benedenverdieping voorafgegaan door terras met balustersVaasvormige spijl van een borstwering..
Achtergevel met centrale afgeronde uitbouw bekroond met koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis.; rechts hiervan twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. en inspringende traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...).

Victorialaan nr. 2. Bijgebouw van één bouwlaag en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), waarvan de middelste drie met rondbogen. In achtergevel drie garagepoorten en dienstingang.
Geometrisch tuinhek, oorspronkelijk schrijn- en smeedwerk.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 35742 (1929).