Typologie(ën)
herenhuis
Ontwerper(s)
Eugène ROCHER – architect – 1905
Stijlen
Beaux-Artsstijl
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Brussel Uitbreiding Zuid (Apeb - 2005-2008)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2005-2006
id
Urban : 16230
Beschrijving
Herenhuis in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk., gesigneerd en gedateerd “Eug(ène). Rocher / arch. 1905”.
Vier bouwlagen onder attiekmuur voor plat dak. Gevel in verschillende soorten witsteen. In eerste bouwlaag twee muuropeningen onder korfboogBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen.; opengewerkte eiken koetspoort. In twee middelste bouwlaag gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. volgens verkleinende ordonnantie op imposante consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. waarin lantaarn verwerkt is; in tweede bouwlaag geflankeerd door panelen en in derde bouwlaag geritmeerd door gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuilen. In vierde bouwlaag erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door klein terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; drie venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., centrale glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat.. Stenen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... met roedeverdeling naar oorspronkelijk model vervangen.
Interieur. Twee trappenhuizenGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht.; centrale hoofdtrap onder daklicht. Op achterkant van perceel garage (1911), vergroot in 1922.
Vier bouwlagen onder attiekmuur voor plat dak. Gevel in verschillende soorten witsteen. In eerste bouwlaag twee muuropeningen onder korfboogBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen.; opengewerkte eiken koetspoort. In twee middelste bouwlaag gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. volgens verkleinende ordonnantie op imposante consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. waarin lantaarn verwerkt is; in tweede bouwlaag geflankeerd door panelen en in derde bouwlaag geritmeerd door gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuilen. In vierde bouwlaag erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door klein terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; drie venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., centrale glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat.. Stenen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... met roedeverdeling naar oorspronkelijk model vervangen.
Interieur. Twee trappenhuizenGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht.; centrale hoofdtrap onder daklicht. Op achterkant van perceel garage (1911), vergroot in 1922.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 23389 (1905, 1911), 28856 (1922).