Typologie(ën)

woning

Ontwerper(s)

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Brussel Uitbreiding Oost (Apeb - 2006-2009)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2009

id

Urban : 18563
lees meer

Beschrijving

Op hoek met Filips de Goedestraat. Huis in neoclassicistische stijl, in 1870 als geheel ontworpen met nr. 32, 34 en 36 in de Stevinstraat en nr. 11 in de Filips de Goedestraat, vier identieke huizen met symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., thans gewijzigd.

Drie bouwlagen. Benedenverdieping met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen).. Drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Filips de Goedestraat, waarvan derde breder en twee in Stevinstraat, waarvan tweede toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht.. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in tweede bouwlaag bekroond met decor tussen twee consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.; die van laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in beide straten met balkon met gebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Op toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. van balkon met leeuwenkop en bekroond met hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Luiken op benedenverdieping. Bewaarde deur met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met glas-in-loodraam. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen.

Rechts van huis, lager bijgebouw, oorspronkelijk gebruikt als stalling; omheiningmuur met centrale ingang. In 1908 werd hier een garage gebouwd en werd de muur heropgebouwd met balustradeHekwerk van spijlen of balusters. en voorzien van twee deuren.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 19449 (1870), 1535 (1908).