Typologie(ën)

kantoorgebouw
opslagplaats/loods

Ontwerper(s)

François CORNELISarchitect1930

Stijlen

Art deco

Onderzoek en redactie

2006-2008

id

Urban : 17783
lees meer

Beschrijving

Kantoorgebouw in art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik. n.o.v. arch. François Cornelis, 1930.

Ter vervanging van klein gebouw in 1908 ontworpen door arch. Édouard Ramaekers i.o.v. Charles Daussin, een bouwmeester gespecialiseerd in ‘lichte kerkgewelven'. Achteraan op het perceel werd een hangar gebouwd volgens dezelfde bouwtoelating; hij is overwelfd met een gewelf ontworpen volgens het gebrevetteerde systeem van de eigenaar. De aannemers Joseph Tignol en Adolphe Joly, opvolgers van Daussin, lieten in 1930 een nieuw gebouw ontwerpen, maar de hangar bleef bewaard.

Gevel vergelijkbaar met die van een woonhuis van twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. en met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. Gevel in fijne baksteen met bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. elementen en elementen in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. en hardsteen. TraveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) verlevendigd door spel van uitsprongen. Toegangsdeur en koetspoort op benedenverdieping onder mijterboog; eerste onder gelijkvormige archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog., tweede met schuine binnenzijden. FriesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). in hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met golfmotief. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). gewijzigd. Rechthoekige dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. en achthoekige œil-de-bœuf. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... : beglaasde deuren met geometrisch traliewerk; roedeverdeling; gebeeldhouwde stijlen en bedrukt glas.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 991 (1908), 39075 (1930).