Typologie(ën)

woning

Ontwerper(s)

Stijlen

Eclectisme

Onderzoek en redactie

2009

id

Urban : 18503
lees meer

Beschrijving

Op hoek met Hobbemastraat. Geheel van twee huizen in eclectische stijl, i.o.v. aannemer Ed. François, 1902.

Bakstenen gevels met elementen in witsteen. Meeste muuropeningen onder I-balkIJzeren latei met I-profiel.. GlasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. en balkon van nr. 3 met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Smalle kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). zonder consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Op nr. 3 en benedenverdieping van nr. 1 bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met roedeverdeling en geel glas.

Leysstraat 1 (foto 2009).

Nr. 1. HoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. met schouw. Sokkel met breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen.. In Leysstraat twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), waarvan eerste met vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en deur onder doorlopende  latei. Op verdiepingen gestapelde trapezoïdale houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., waarvan borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en lampetNeerwaartse beëindiging, afhangende versiering als aanzet van een balkon of erker. met houten latwerk; schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen.
In Hobbemastraat drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); eerste op verdiepingen blindZonder opening; blind venster, schijnopening. en bekroond met boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen.. Op benedenverdieping glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. van souterrainvensters gescheiden door stenen onderdorpel. Op hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. bichrome baksteenfries.

Leysstraat 3 (foto 2009).

Nr. 3. Gevel met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. en verspringende bouwlagen. Deur onder korfboogBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen. en spitsboogvormige archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog.; geflankeerd door langwerpig getralied vensterLicht- en/of luchtopening in een muur..

Deze op ondiepe percelen gebouwde huizen hebben een L-vormig grondplan rond een kleine binnenplaats.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 13724 (1902).