
© Reproductieverbod

© Reproductierecht onder strikte voorwaarden
Identificatie
- ID
- 18043
Administratieve gegevens
- Onderzoek en redactie
- 2006-2008
Kenmerken
- Ontwerper(s)
- Jules BARTH (1892 - architect)
- Datum
- 1929
- Typologie(ën)
- Herenhuis
- Stijl(en)
- Eclectisme
Beschrijving
Herenhuis in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl, n.o.v. architect Jules Barth, 1892, gesigneerd op band boven benedenverdieping.
Mansardedak. Oorspronkelijk gebouw met drie gevels, waarlangs overdekte, met hek afgesloten doorgang naar stalling liep. Aan straatzijde twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). In 1929 werd op de doorgang een vierde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van één verdieping onder mansarde en in dezelfde stijl gebouwd.
Verzorgde bakstenen gevel met elementen in hardsteen en witsteen van Savonnières. SokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen).. TraveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van 1929 met bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. elementen. In elke bouwlaag van hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.; voor die van tweede bouwlaag doorlopend balkon op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en met elegante metalen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. tussen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.. In derde bouwlaag lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries). verbonden door gedrukte boogBoog waarvan de kromming lager is dan de overeenkomstige rondboog.. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). doorbroken. Groot dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met stijlenVerticale zijden van een opening waarop een boog of latei rust., vleugelstukkenZijstuk, veelal in voluutvorm, van een topgevel, dakkapel of dakvenster. en frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen.
Mansardedak. Oorspronkelijk gebouw met drie gevels, waarlangs overdekte, met hek afgesloten doorgang naar stalling liep. Aan straatzijde twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). In 1929 werd op de doorgang een vierde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van één verdieping onder mansarde en in dezelfde stijl gebouwd.
Verzorgde bakstenen gevel met elementen in hardsteen en witsteen van Savonnières. SokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen).. TraveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van 1929 met bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. elementen. In elke bouwlaag van hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.; voor die van tweede bouwlaag doorlopend balkon op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en met elegante metalen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. tussen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.. In derde bouwlaag lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries). verbonden door gedrukte boogBoog waarvan de kromming lager is dan de overeenkomstige rondboog.. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). doorbroken. Groot dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met stijlenVerticale zijden van een opening waarop een boog of latei rust., vleugelstukkenZijstuk, veelal in voluutvorm, van een topgevel, dakkapel of dakvenster. en frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen.
Archieven
SAB/OW 6701 (1892), 34593 (1929).
SAB/OW 6701 (1892), 34593 (1929).
Afkortingen | Onderzoek en redactie : 2006-2008.