Typologie(ën)
Ontwerper(s)
ATELIER DE BRUXELLES – architectenbureau – 1995
Stijlen
Inventaris(sen)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Brussel Uitbreding Noord (Apeb - 2016-2018)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Parochiecentrum
van de Sint-Rochuskerk en het Sint-Rochus
Voorplein. Dit complex werd in 1995 door het Atelier de Bruxelles gebouwd ter
vervanging van de neogotische, aan dezelfde heilige toegewijde kerk die in 1860
door architect Raymaekers was ontworpen. Deze kerk lag meer noordwaarts en werd
in 1972 gesloopt in het kader van het Manhattanplan. Ze stond op het eerste Sint-Rochus Voorplein, een
rechthoekig plein loodrecht op de steenweg, op de plaats van het huidige derde
straatdeel van de Simon Bolivarlaan.
Na talrijke discussies over de nieuwe locatie werd geopteerd
voor het uiteinde van het huizenblok gevat tussen de Voorstadsstraat en de
Nicolaystraat, aan de kant van de Antwerpsesteenweg. Na verscheidene voorontwerpen werd beslist om een
breed voorplein aan te leggen, verfraaid met bomen langs de steenweg, om een
voormalige garage binnen het huizenblok tot kerk om te bouwen, en om twee aangrenzende
appartementsgebouwen te renoveren (nr.3 Voorstadsstraat en 2-4
Nicolaystraat). Het
voorplein werd pas in 2004 ingehuldigd.
Aan de kant van het voorplein vormt de kerk een
lang gebouw van twee bouwlagen met een lichtjes gebogen gevel in oranjekleurige
baksteen, versierd met stroken rode baksteen en hardsteen. Drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met rechthoekige muuropeningen die op
de benedenverdieping door een reeks kleine venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. worden doorbroken. Het gebouw mondt uit in twee paviljoenen met een
betongevel gescandeerd door monelenStenen vensterstijl., met daarin de sacristie en de weekkapel. Rechts vormt een
losstaande bakstenen gevel met zaagtanddecor het portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule).; daarin geeft een
rondbogige arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. toegang tot de beglaasde ingang en de vestibule. Op de rechterhoek hangen drie klokken (1946, 1951
en 2000) in twee openingen in de muur, en daarachter verrijst een fijn
cilindervormig traptorentje.
Tussen de twee paviljoenen onder plat dak strekt
zich een zinken dakbedekking in de vorm van een kwart cilinder uit. Ze rust op
een lange beglaasde muuropening achteraan en dient als lichtschacht voor de
eerste ruimte van de kerk, een
zijbeuk die links in de doopkapel uitmondt. Daarachter bevindt zich, onder de dekplaat van de
voormalige garage, het schip, dat wordt verlicht door een glaspartij boven het
altaar.
De zijbeuk wordt verlicht door de muuropeningen van
de gevel, die bijna allemaal zijn versierd met glas-in-loodramen van Pierre
Majerus, gesigneerd en “1995” gedateerd. De grote ramen vormen caissons: die aan de buitenkant zijn afgeschuind aan de
onderzijde en aan de binnenkant een smal vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. vormen; die bovenaan zijn
voorzien van dubbele ramen met een afwisseling van doorzichtig glas en
veelkleurige glas-in-loodramen. De
kleine muuropeningen zijn versierd met glas-in-loodramen die de Kruisweg
voorstellen. De
doopkapel wordt verlicht door een daklicht en een smal glas-in-loodraam dat
even hoog is als het lokaal zelf.
Bronnen
Archieven
SAB/ARCH 149.
SAB/OW 97601 (1967-1981), 97602 (1969-1985), 88850 (1982), 96757 (1991).
Publicaties en studies
COSYN, A., Laeken Ancien et Moderne, Imprimerie scientifique Charles Bulens, Brussel, 1904, pp. 171.