Typologie(ën)

opbrengsthuis

Ontwerper(s)

Fr. ROBBERECHTSarchitect1924

Stijlen

Art deco

Onderzoek en redactie

2016-2017

id

Urban : 37539
lees meer

Beschrijving

Opbrengstgebouw in art-decostijl gebouwd op doorlopend perceel, n.o.v. architect F. Robberechts, 1924.

Gevels in oranjekleurige baksteen met decor van verschillende metselverbandenWijze waarop bakstenen aan de buitenzijde van een muur zijn gerangschikt., en met elementen in hardsteen en witsteen. Opstanden van drie bouwlagen en twee ongelijke traveeën. Garagepoorten met geprofileerde omlijsting; betonnen lateien bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. met similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.. Op de verdiepingen, stenen lateien met korte cannelures. Schrijnwerk vervangen.

Op nr. 48 de Wautierstraat, trapezoïdale gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel.. Verspringende toegangstravee bekroond door een gewelfde geveltop en afgeboord door brede pilasters met een driehoekige bekroning onder een fijne toppilasterOverhoekse pilaster ter bekroning van gevel.; op de benedenverdieping zijn deze pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. opengewerkt met een achthoekig venster. Deur onder een klein trapezoïdaal balkon met opengewerkte stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Achthoekig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. in de hoogste bouwlaag. Dakkapel van latere datum.

Op nr. 39 Van Gulickstraat, traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) afgeboord door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., verdubbeld op de tweede verdieping. Drielichten op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. en tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. in de smalle traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...).

Bronnen

Archieven
SAB/OW 54459 (1924), 51020 (1938).