Typologie(ën)
burgerwoning
Ontwerper(s)
Édouard DRAPS – architect – 1933
Stijlen
Beaux-Artsstijl
Art deco
Inventaris(sen)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 35815
Beschrijving
Burgerwoning met invloed
van de Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. en art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik., gesigneerd op de benedenverdieping “EDO. DRAPS / ARCH. BRUX.”,
1933.
Symmetrische opstand van twee bouwlagen onder mansardedak. Gevel in geelgekleurde baksteen met hardstenen elementen. Benedenverdieping opengewerkt met twee korfboogarcades met gecanneleerde zuilen. Links, terugwijkende toegangsportiek met centrale rondboogvormige toegangsdeur met hoekblokomlijsting, rechts garagepoort. Gewelfde bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. bekroond door een terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., voor een gewelfd dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met vleugelstukken met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en een drielicht. Houten kroonlijsten. Bewaarde deur en poort met getraliede ramen, alsook smeedijzeren hekken van de achteruitbouwstrook.
Symmetrische opstand van twee bouwlagen onder mansardedak. Gevel in geelgekleurde baksteen met hardstenen elementen. Benedenverdieping opengewerkt met twee korfboogarcades met gecanneleerde zuilen. Links, terugwijkende toegangsportiek met centrale rondboogvormige toegangsdeur met hoekblokomlijsting, rechts garagepoort. Gewelfde bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. bekroond door een terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., voor een gewelfd dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met vleugelstukken met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en een drielicht. Houten kroonlijsten. Bewaarde deur en poort met getraliede ramen, alsook smeedijzeren hekken van de achteruitbouwstrook.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 41813 (1933).
