Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Fernand LEFEVERarchitect1923-1924

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016-2017

id

Urban : 36130
lees meer

Beschrijving

Burgerhuis in Beaux-Artsstijl, ontworpen in 1923 en gesigneerd en gedateerd op de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. “F(ernand). LEFEVER / ARCHITECTE /.1924.”.

Dit huis maakt deel uit van een bijzonder homogene huizenrij met voortuintjes, van nr.7 tot nr. 63.

Gevel in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. en baksteen in rode en oranje tinten op de verdiepingen, met witstenen elementen. Symmetrische opstand van drie bouwlagen. Op de benedenverdieping, deur naast twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Verdiepingen geflankeerd door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. die de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). doorbreken; bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. bekroond door een terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., voor een drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. onder gemeenschappelijke steekboogBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster.. Topstuk van de pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met geometrische profielen. Veelhoekige, breed uitkragende kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Brede dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. uit 1964. Beglaasde smeedijzeren deur en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met gewelfde dwarsregelsEen dwarsregel deelt het kozijn van een deur of raam horizontaal op. op de benedenverdieping bewaard. Traliewerk met art-nouveaumotief.

Het hek van de achteruitbouwstrook is verdwenen.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 49942 (1923), 77420 (1964).