Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Pierre NETELSarchitect1923

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016-2017

id

Urban : 37780
lees meer

Beschrijving

Burgerhuis in Beaux-Artsstijl met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., n.o.v. architect Pierre Netels, 1923.

Het maakt deel uit van een bijzonder homogene huizenrij met voortuintjes, van nr.75 tot nr.109.

Bakstenen gevel met elementen in witsteen en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen., thans beschilderd, alsook met hardsteen. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. van zandsteen. Muuropeningen tussen neggen.
Toegangstravee van twee bouwlagen onder mansarde. Deur gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. aan een smal venster, onder een gemeenschappelijk impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. en achter een trap met smeedijzeren leuning. VensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op de verdieping onder een timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. met bas-reliëf van een putto (beschadigd).
Hoofdtravee van drie bouwlagen, de laatste behandeld als dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. onder gewelfde topgevel. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met garagepoort en dienstdeur. Bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. bekroond door een terras met stenen wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere. en smeedijzeren traliewerk. Tweelicht als dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is., vleugelstukken en een bekroning met golflijnen in art-nouveaustijl versierd met een bas-reliëf van een slapende putto.
Kroonlijsten bewaard. Bewaarde deur en poort, met ramen met roedeverdeling.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 49565 (1923).