Typologie(ën)
driegevelvilla
Ontwerper(s)
Edmond ROTSAERT – architect – 1937-1938
Stijlen
Art deco
Modernisme
Inventaris(sen)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 36241
Beschrijving
Geheel van twee gekoppelde
villa’s, identiek volgens spiegelbeeldschema, met invloed van de art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik. en
het modernismeInternationale stijl (vanaf ca. 1920) waarbij het functionele primeert op de vorm. Wordt gekenmerkt door een rationeel grondplan, eenvoudige geometrische vormen, platte daken en het gebruik van moderne materialen zoals gewapend beton., naar ontwerp van architect Edm. Rotsaert, 1937-1938. Gesigneerd op de centrale
pijler van de omheining van het voortuintje “EDM. / ROTSAERT / archit. / 1938”.
Dezelfde architect ontwierp een jaar later ook de naastliggende villa (zie
nr. 95).
De villa’s vormen een rechthoekig volume van twee bouwlagen onder uitkragend schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde. met ingesnoerde dakgoot. Gevels in geelgetinte baksteen met schaduwvoegen en elementen in hardsteen, witsteen en pleisterwerk, versierd met gekleurde keramiektegels. Onderbouw in mauvegetint baksteen.
Voorgevel van vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met in de onderbouw van elk van de centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) een garage-ingang bekroond door een loggia onder doorlopend balkon. Deze twee loggia'sOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. worden van elkaar gescheiden door een muurtje achter een tweede, als zuiltje behandeld lager muurtje bekleed met oranje en zwarte keramiek met vergulde rand. Metalen lantaarn in het plafond van de loggia'sOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw.. Op de zijtraveeën, halfronde voorbouw met zuilvormige monelenStenen vensterstijl. en bekroond door een terras voor een muuropening die de hoek inneemt, met zuilvormige moneelStenen vensterstijl. en glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. aan de zijkant.
Op de zijgevels, uitspringende ingang, met omlijsting van gele keramiek, onder een platte stenen luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak..
Op de achtergevel, voorbouw beperkt tot de benedenverdieping. Op de verdieping, hoge venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. die de trappenhuizenGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. verlichten.
Houten dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met bewerkte zuiltjes, doorlopend op de voor- en achtergevel; muurdamParement tussen twee muuropeningen (vensters of deuren) in dezelfde bouwlaag. versierd met witte en oranje keramiek met, aan de kant van de laan, vergulde randen. Metalen borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met verwijdend profiel en horizontale staven. Kroonlijst gewijzigd. Oorspronkelijke garagepoorten met vier patrijspoorten. Deur op nr. 93 met getralied raam. Het meeste raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. is vervangen.
De muren van de garage-inritten zijn in breuksteen van zandsteen. Omheining van het tuintje met heggen tussen hardstenen pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) en met kwartronde kantsteen.
De villa’s vormen een rechthoekig volume van twee bouwlagen onder uitkragend schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde. met ingesnoerde dakgoot. Gevels in geelgetinte baksteen met schaduwvoegen en elementen in hardsteen, witsteen en pleisterwerk, versierd met gekleurde keramiektegels. Onderbouw in mauvegetint baksteen.
Voorgevel van vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met in de onderbouw van elk van de centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) een garage-ingang bekroond door een loggia onder doorlopend balkon. Deze twee loggia'sOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. worden van elkaar gescheiden door een muurtje achter een tweede, als zuiltje behandeld lager muurtje bekleed met oranje en zwarte keramiek met vergulde rand. Metalen lantaarn in het plafond van de loggia'sOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw.. Op de zijtraveeën, halfronde voorbouw met zuilvormige monelenStenen vensterstijl. en bekroond door een terras voor een muuropening die de hoek inneemt, met zuilvormige moneelStenen vensterstijl. en glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. aan de zijkant.
Op de zijgevels, uitspringende ingang, met omlijsting van gele keramiek, onder een platte stenen luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak..
Op de achtergevel, voorbouw beperkt tot de benedenverdieping. Op de verdieping, hoge venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. die de trappenhuizenGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. verlichten.
Houten dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met bewerkte zuiltjes, doorlopend op de voor- en achtergevel; muurdamParement tussen twee muuropeningen (vensters of deuren) in dezelfde bouwlaag. versierd met witte en oranje keramiek met, aan de kant van de laan, vergulde randen. Metalen borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met verwijdend profiel en horizontale staven. Kroonlijst gewijzigd. Oorspronkelijke garagepoorten met vier patrijspoorten. Deur op nr. 93 met getralied raam. Het meeste raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. is vervangen.
De muren van de garage-inritten zijn in breuksteen van zandsteen. Omheining van het tuintje met heggen tussen hardstenen pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) en met kwartronde kantsteen.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 51146 (1937-1938).