Onderzoek en redactie

2016-2017

 

Bekijk de weerhouden gebouwenDe Médoristraat is een lange, lichtjes gebogen verkeersader die, in het verlengde van de Prins Karelsquare, de de Vrièrestraat met de Witte-Acacialaan verbindt; ze kruist de Tuinbouwersstraat.

Oorspronkelijk was dit de Groote Blinde Straet, een weg met een onregelmatig tracé die begon onder aan de Sint-Annadreef (op de plaats van de huidige Groenvinkstraat), een bocht in westelijke richting maakte (ter hoogte van de de Vrièrestraat), en dan noordwaarts verderliep tot aan de Heizelstraat. Deze oude weg werd tot Médoristraat omgedoopt op 01.01.1876, bij besluit van de Gemeenteraad van Laken van 28.12.1875. De naam is een eerbetoon aan zangeres en weldoenster Joséphine Wilmot-Médori (1823-1906), die zich vóór 1861 vestigde op nr. 2 van deze straat (zie dit nummer), in een oud eigendom dat tot de 17e eeuw terugging.

De straat werd gedeeltelijk rechtgetrokken bij decreet van 13.06.1885. In 1890 verdween het noordelijke uiteinde van de straat ten gunste van een gebogen weg die, aan de westkant, rond het Stuivenbergdomein liep, dat een jaar eerder door koning Leopold II was verworven. Tot slot werd bij besluit van het College van de Stad Brussel van 22.06.1923 het zuidelijke gedeelte van de Médoristraat omgedoopt tot Groenvinkstraat, terwijl het gebogen noordelijke gedeelte de Witte-Acacialaan en de Ebbebomenlaan werd.

In 1951 werd, bij toepassing van het algemeen rooilijnenplan goedgekeurd bij K.B. van 18.02.1899, het eerste deel van de Médoristraat tot twaalf meter verbreed, behalve ter hoogte van nr. 2 (zie dit nummer), dat buiten de rooilijn bleef. Er werden afgesneden hoeken gecreëerd op de hoeken met de Tuinbouwersstraat, die in dezelfde periode krachtens hetzelfde besluit werd geopend.

Het eerste straatdeel aan pare zijde en het eerste derde van het tweede straatdeel werden bebouwd met bescheiden neoclassicistische huizen, sommige van het type arbeiderswoning en in reeks ontworpen, van de jaren 1860 tot ongeveer de jaren 1910. De meeste van deze huizen zijn ondertussen ingrijpend verbouwd. Het eerste straatdeel aan onpare zijde werd pas laat bebouwd, hoofdzakelijk in de jaren 1930, maar wel overeenkomstig de rooilijn van 1899. Dit straatdeel werd vroeger ingenomen door het buitenhuis van de familie Cordes, dat al in de 15e eeuw werd vermeld en in 1820 afgebroken, om plaats te maken voor een nieuw landhuis, dat op zijn beurt in 1935 verdween.

In het noordelijke deel van de straat wordt de onpare zijde ingenomen door de gebouwen van de voormalige Grenadierskazerne,, in het oosten afgeboord door de Sint-Annadreef, waarvoor de staat de terreinen had verworven en die thans de Europese School huisvest (zie nr. 86-90 Sint-Annadreef). De kazerne werd in 1902 ingehuldigd. In het recent gerenoveerde zuidelijke deel van het complex bevond zich vroeger het uitgestrekte tuinbouwbedrijf Draps-Dom, dat daar rond 1884 was gevestigd, met een ingang via de Sint-Annadreef. De staat kocht deze terreinen in 1899 en 1910 om de kazerne te vergroten.

De pare zijde van de straat, in de aslijn van het Stuivenbergdomein, omvatte verscheidene buitenhuizen die in de jaren 1890 door Leopold II
werden verworven om er een siertuin aan te leggen (zie De Tuinen van de Bloemist). Deze tuin werd met het Koninklijk Domein verbonden via een brug over de Witte-Acacialaan en werd aangevuld met een lager gelegen tuinbouwbedrijf, serres en de woningen van de tuiniers (zie nr. 60 tot 64). Het geheel was in 1900 afgewerkt. Negen jaar later overleed de koning, en rond 1913 vertrouwde de Koninklijke Schenking het beheer van de serres toe aan L.-J. Draps-Dom, de opvolger van het tuinbouwbedrijf dat in 1910 aan de overzijde van de straat was onteigend. Het uitgestrekte terrein ten zuiden van de serres, tussen de Sint-Albaansbergstraat en de Tuinbouwersstraat, bleef gewoon landbouwgebied. De Tuinen van de Bloemist, die thans door Leefmilieu Brussel-BIM worden beheerd, zijn een openbaar park geworden, terwijl de serres nog op restauratie wachten. Een gemeenteschool en woningen zijn gepland op het braakliggende terrein langs de Tuinbouwersstraat, dat in 1969 door de Koninklijke Schenking aan het OCMW is geschonken.

Ten oosten van dit terrein vermelden we, op nr. 58, het voormalige landhuis van ingenieur J.Stevens, ontworpen in 1866, omgevormd tot weeshuis van de Stad Brussel in de jaren 1920, en in 1931 verbouwd en vergroot, nog altijd als weeshuis. Het eigendom, waarop een mooie treurbeuk staat, werd rond 1960 met een nieuwe vleugel uitgebreid. Het geheel, dat in 1993 tot sociale woningen werd omgebouwd, werd nogmaals uitgebreid in 2013. Ten oosten van de Tuinen van de Bloemist, op nr. 66 tot 70, kwam Home Juliette Herman, in 1971 ontworpen door de architecten Gaston Brunfaut, J.-F. Petit en J. & F. Vandevoorde-Blomme (Cerau). Tot slot staat op de hoek met de Witte-Acacialaan, op nr. 104, het voormalige landhuis van de architect van de koning, Egide Fologne. Het terrein was in 1853 gekocht door Arcadie Claret, de maîtresse van Leopold I, die op Stuivenberg woonde. In 1865, enkele maanden vóór het overlijden van de koning, verkocht ze het aan de architect van het huis dat ze drie jaar eerder had laten bouwen. Fologne verhoogde het gebouw met een verdieping en een smeedijzeren attiek met zijn initialen; dat hek is bewaard gebleven, ondanks de vele wijzigingen die het gebouw heeft ondergaan.

Bronnen

Archieven
SAB/AR straten, doos 64–71, cote 70, nr. 42 (
22.06.1923).
SAB/Fichier rues.
SAB/OW 76397 (932-1952); 58: Laken 2510 (1866), 43952 (1931), 41202 (1933); 66 tot 70: 86007 (1971).

Publicaties en studies
CAPRON, V., Le domaine du Stuyvenberg à Laeken, Brussel, 1995, pp. 27-43.
COSYN, A., Laeken Ancien et Moderne, Imprimerie scientifique Charles Bulens, Brussel, 1904, p. 139.
GUILLAUME, A., MEGANCK, M., Atlas van de archeologische ondergrond van het Gewest Brussel. 24. Laken, Bestuur Monumenten en Landschappen – Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Brussel, 2012, pp. 69, 81.
PLATTON, R., Laeken. À propos de la drève Ste Anne, Brussel, 1988, pp. 40-42.
VAN KRIEKINGE, D., Essai de toponymie laekenoise, Laken, 1995, s. p.
VAN NIEUWENHUYSEN, P., Toponymie van Laken (doctoraatsverhandeling in de Germaanse Filologie), UCL, Louvain-la-Neuve, 1998, p. 1426.

Tijdschriften
Almanach du Commerce et de l’Industrie,
 “Médori (rue)”, 1894, 1910, 1913, 1914, 1924.
DILLEN, J., “Er zit muziek in Lakense straatnamen: Medori”, in: LACA Tijdingen, 4, jaargang 4, juni 1993, pp. 28-30.
VAN DER ELST, W., “De serres van Stuivenberg en omgeving. 
Een historische terugblik”, in: LACA Tijdingen, september 2003, pp. 2-41.

Kaarten / plannen
POPP, P. C., Atlas cadastral de Belgique, plan parcellaire de la commune de Laeken avec les mutations, 1866.
Carte topographique des environs de Bruxelles, Institut cartographique militaire, 1894.