Typologie(ën)
burgerwoning
Ontwerper(s)
J. VERHOEVEN – architect – 1911
Stijlen
Eclectisme
Art nouveau
Onderzoek en redactie
2016-2017
id
Urban : 37513
Beschrijving
Geheel van twee
burgerhuizen in eclectische stijl met invloed van de geometrische art nouveau
en met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., n.o.v. architect J. Brison,
1911. De huizen werden bekroond in de gevelwedstrijd die de gemeente in het
jaar 1912 organiseerde.
Gevels in baksteen, op nr. 9 in grijze baksteen en versierd met crèmekleurige bakstenen, op nr. 11 thans wit geschilderd, allebei versierd met hardsteen. Balkons met smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Mansardedaken. Kroonlijsten en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. vervangen. Deuren bewaard.
Op nr. 9, venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. onder I-balk. Houten dakvenster. Oeil-de-boeuf.
Op nr. 11, hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. bekroond door een klokgevel opengewerkt met een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op een boogvormige dorpelHorizontaal bouwonderdeel van een venster of deur (onderdorpel, tussendorpel, bovendorpel). met vensterleuning.
Gevels in baksteen, op nr. 9 in grijze baksteen en versierd met crèmekleurige bakstenen, op nr. 11 thans wit geschilderd, allebei versierd met hardsteen. Balkons met smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Mansardedaken. Kroonlijsten en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. vervangen. Deuren bewaard.
Op nr. 9, venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. onder I-balk. Houten dakvenster. Oeil-de-boeuf.
Op nr. 11, hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. bekroond door een klokgevel opengewerkt met een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op een boogvormige dorpelHorizontaal bouwonderdeel van een venster of deur (onderdorpel, tussendorpel, bovendorpel). met vensterleuning.
Bronnen
Archieven
SAB/IP II 684 (1903-1915).
SAB/OW Laken PV Reg. 130 (15.12.1911).