Typologie(ën)
burgerwoning
Ontwerper(s)
Théodore PETERS – architect – 1928
Stijlen
Art deco
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2018
id
Urban : 38365
Beschrijving
Burgerwoning in art deco
en met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., n.o.v. architect Théodore Peters, 1928.
Opstand van twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Bakstenen gevel met hardstenen elementen. Decor van opstaande, inspringende of tandlijst vormende bakstenen. De meeste muuropeningen zijn in T-vorm gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd.: deur en vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. erboven elk geflankeerd door twee kleine smalle venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Op de hoofdtravee, trapezoïdale voorbouw met drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. en lagere venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in de zijden, bekroond door een terras met houten borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. voor een glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. geflankeerd door smalle dubbele venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Twee houten dakkappelen. Schrijnwerk deels bewaard; deur met veelhoekig raam met traliewerk; getraliede zijvensters.
Afsluiting van het voortuintje met bakstenen en houten pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…).
Opstand van twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Bakstenen gevel met hardstenen elementen. Decor van opstaande, inspringende of tandlijst vormende bakstenen. De meeste muuropeningen zijn in T-vorm gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd.: deur en vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. erboven elk geflankeerd door twee kleine smalle venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Op de hoofdtravee, trapezoïdale voorbouw met drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. en lagere venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in de zijden, bekroond door een terras met houten borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. voor een glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. geflankeerd door smalle dubbele venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Twee houten dakkappelen. Schrijnwerk deels bewaard; deur met veelhoekig raam met traliewerk; getraliede zijvensters.
Afsluiting van het voortuintje met bakstenen en houten pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…).
Bronnen
Archieven
SAB/OW 38655 (1928).