Typologie(ën)
woning of opbrengsthuis (onbepaald)
Ontwerper(s)
Edmond ABS – architect – 1909
Stijlen
Eclectisme
Inventaris(sen)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 35997
Beschrijving
Twee analoge huizen in
eclectische stijl en met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., als geheel ontworpen met nr.
28 (verbouwd op de benedenverdieping) door architect Edmond Abs, 1909.
Gesigneerd op elke onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. “EDMOND ABS / ARCHITECTE”. Dezelfde auteur ontwierp ook de aanpalende huizen
(zie nr. 20, 22).
Gevels in gele of witte baksteen, versierd met rode bakstenen en met hardstenen elementen. Gebuikte gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., op de verdiepingen rond brede balkons. Decor van groeven (kordonbanden, platforms, onderdorpels, enz.). Friezen op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. versierd met een of twee bogenConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden., op nr.26 rustend op kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries).. Houten kroonlijsten. Bewaarde deuren met fraai bewerkte vleugel; bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. en impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. versierd met glas-in-lood
Op nr. 24, gegroefde onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met trapeziumvormig decor van bossages. Deur onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. Dakkapel uit 1955.
Op nr. 26, pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. op de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.. Deur met latei op gegroefde kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog.. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... ; bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdeling en gekleurd glas.
Gevels in gele of witte baksteen, versierd met rode bakstenen en met hardstenen elementen. Gebuikte gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., op de verdiepingen rond brede balkons. Decor van groeven (kordonbanden, platforms, onderdorpels, enz.). Friezen op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. versierd met een of twee bogenConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden., op nr.26 rustend op kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries).. Houten kroonlijsten. Bewaarde deuren met fraai bewerkte vleugel; bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. en impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. versierd met glas-in-lood
Op nr. 24, gegroefde onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met trapeziumvormig decor van bossages. Deur onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. Dakkapel uit 1955.
Op nr. 26, pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. op de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.. Deur met latei op gegroefde kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog.. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... ; bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdeling en gekleurd glas.
Bronnen
Archieven
SAB/OW Laken 4022 (1909); 24: 64036 (1955).