Typologie(ën)

woning of opbrengsthuis (onbepaald)
gelijkvloers met handelszaak

Ontwerper(s)

Edmond ABSarchitect1908

Stijlen

Eclectisme
Neo-Lodewijk XVI

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 35995
lees meer

Beschrijving

Geheel van twee verschillend uitgewerkte huizen in eclectische stijl, nr. 22 oorspronkelijk met commerciële benedenverdieping, n.o.v. architect Edmond Abs, 1908. Gesigneerd op elke onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. “EDMOND ABS. / ARCHITECTE.”. Nr. 22 werd gelauwerd in de gevelwedstrijd die de gemeente voor de jaren 1911-1912 organiseerde. Dezelfde auteur ontwierp ook de aanpalende huizen (zie nr. 24, 26).

Opstanden van drie bouwlagen. Bakstenen gevels met witstenen en hardstenen elementen. Balkons met gebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Houten kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..

Op nr. 20, gevel in lichtgekleurde baksteen versierd met geelgekleurde bakstenen. Rongboogopeningen in witsteen, onder een spitsboogvormige boogrugBuitenwelfvlak; buitenste kromming van een boog; wanneer deze boog getrapt is, spreekt men van een hanenkam. met archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog.. Deur onder kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Hoofdtravee op de verdiepingen geflankeerd door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met stenen kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. waarop de dubbele korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken. van de kroonlijst rusten. Dakkapel van latere datum. Keldervenster met geometrisch smeedijzeren traliewerk. Bewaarde deur met fraai bewerkte vleugel; bovenlicht en impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. versierd met glas-in-lood.

Op nr. 22, gevel van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), in rode baksteen versierd met zwarte bakstenen. Op de benedenverdieping, vier symmetrische muuropeningen met gegroefde pilastervormige stijlen met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen)., onder doorlopende  I-balkIJzeren latei met I-profiel.: etalage, winkeldeur, toegangsdeur en inrijpoort. Op de verdiepingen, centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. en met gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat.. Aan de zijkanten, venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met dubbele kruisramen. Vensters onder latei, de meeste onder ontlastingsboog met diamantkoppenPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen. en een met bakstenen versierd timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd.. Schrijnwerk vervangen.

Bronnen

Archieven
SAB/IP II 684 (1903-1915).

SAB/OW Laken 6013 (1908).