Typologie(ën)

telecommunicatie
kantoorgebouw

Ontwerper(s)

Gaston BRUNFAUTarchitect1953-1955

Stijlen

naoorlogs modernisme
Functionalisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Inventaris van het Hedendaags Erfgoed (Urbat - 1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Het monumentale erfgoed van België. Laken (Archistory - 2016-2019)
  • Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed 1939-1999 (ULB)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Technisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 35974
lees meer

Beschrijving

Op de hoek met de Stiénonlaan, voormalige telefooncentrale van de RTT (Regie voor Telegraaf en Telefoon), ontworpen in 1953 en gesigneerd en gedateerd op de benedenverdieping “GASTON BRUNFAUT / ARCHITECTE / 1955”.

Het L-vormige complex bestaat uit twee volumes van drie bouwlagen, aan de Houba de Strooperlaan trapezoïdaal, aan de Stiénonlaan rechthoekig en groter, op de hoek met elkaar verbonden door een cilindervormige traptoren. Tegen de achterzijde van het tweede volume, aan de rechterkant, is een vleugel van twee bouwlagen onder plat dak aangebouwd, bestemd voor de stookruimte. Deze vleugel wordt door middel van een lange L-vormige luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. verbonden met de vleugel aan de Houbalaan, en het geheel ligt rond een binnenplaats. Op het rechteruiteinde van het perceel aan de Stiénonlaan geeft een portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. toegang tot een laterale binnenplaats.

Complex met een geraamte van gewapend beton, dat van het volume aan de Stiénonlaan bestaande uit portieken1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. van vier niveaus met twee naar binnen verschoven hoofdpijlers en twee tussenpijlers tot aan de eerste verdieping. Buitenste gevels bekleed met Euvillesteen, hardsteen op de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen., en aan de binnenplaatsen in roomwitte baksteen van Fouquembert, versierd met hardstenen elementen. Breed uitkragende kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). aan deze zijde. Opstanden met lange vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters.. Sommige muuropeningen zijn versierd met glasstenen van Saint-Gobain. Schrijnwerk vervangen. Het oorspronkelijke schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  was van metaal, met talrijke verdelingen die vierkanten vormden rond thermopaneglas. De deuren waren van een lichte legering gemaakt.

Volume aan de Houbalaan voorzien van een klein venster, een inrijpoort, de hoofdingang voor voetgangers en een vensterregister boven een keldervenster met glasstenen, het geheel onder een luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. op drie schuine pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) die de stijlen van de ingangen vormen. Op de achtergevel, linkertravee met brede vrije muuropening. Rechts, smalle traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. met een hoog raam van glasstenen dat het hoofdtrappenhuis verlicht.

Volume aan de Stiénonlaan met drie lange, naar de hoek verschoven vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters.. Gevel aan de binnenplaats met muuropeningen met glasstenen op de benedenverdieping, onder twee vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters.. Links, boven de vleugel met de stookruimte, voorbouw met één extra bouwlaag bestemd voor een trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht., verlicht door talrijke gestapelde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met glasstenen. Op de gevel aan de laterale binnenplaats, ingang geflankeerd door vlakken gemaakt van glasstenen, het geheel onder luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak.. Muuropening met twee monelenStenen vensterstijl. op elke verdieping.

Traptorent op de hoek gemaakt van in geprefabriceerde betonpanelen ingewerkte glasstenen.

Op de vleugel met de stookruimte, gevels van twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met lage venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van glassteen in het onderste gedeelte en met vensterregisters op de verdieping.

Binnen, volgens oorspronkelijk plan, “kabels” en “luchtbehandelingsinstallatie” in het souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping.. Op de benedenverdieping, aan de Stiénonlaan, grote zaal van de “verdeler” vooraan, technische lokalen achteraan, langs een lange gang. Op de eerste verdieping, aan de Stiénonlaan, “apparatenzaal” van bijna 600 vierkante meter met pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) die inspringen t.o.v. elke gevel, thans ingedeeld in kantoren. Refter en kantoor aan de Houbalaan. Op de tweede verdieping, tweede apparatenzaal, kantoor en conciërgewoning boven de refter.

Lambrisering van tegels in witte of beige zandsteen op de muren en de pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) van de zalen. De vloeren van de doorlopen zijn betegeld. Oorspronkelijk, parket in kambalahout in de apparatenzaal op de eerste verdieping. In de hoek, wenteltrapTrap die rond een centrale, verticale as of opening spiraalvormig omhoog loopt. met treden van beige ijzeraarde van Wasserbillig en een buisreling. De twee overige trappen met eenzelfde bekleding en met volle leuningen in granito, eveneens met buisreling.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 67446 (1953).

Tijdschriften
DE NEUVILLE, L., “Le nouveau central téléphonique de Bruxelles-Laeken”, La Technique des Travaux, 9-10, 1957, pp. 285-291.
Centrales Téléphoniques à Bruxelles. Architecte: Gaston Brunfaut in Habitat et Habitations, 8-9, 1957, pp. 90-92.