Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

René BURGRAEVEarchitect1934

Stijlen

Art deco

Onderzoek en redactie

2016-2017

id

Urban : 37686
lees meer

Beschrijving

Modernistisch burgerhuis, n.o.v. architect René Burgraeve, 1934. Gesigneerd op onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. ”RENÉ BURGRAEVE / ARCHITECTE / BRUXELLES”. De architect ontwierp een jaar eerder zijn persoonlijke woning op nr. 61 (zie dit nr.).

Geelgekleurde bakstenen gevel met schaduwvoegen, en met elementen in witsteen en hardsteen. Asymmetrische opstand van drie bouwlagen, de laatste gedeeltelijk behandeld als pseudo-mansarde. Vensters met latei van opstaande bakstenen. Op de benedenverdieping, breed vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en inspringende portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. met gebogen dagkanten, beklemtoond door drie kordonlijsten, waarvan de laatste als luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak., onder impostvenster en geflankeerd door twee smalle venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Erker met ronde hoeken op de eerste verdieping van de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., en erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. behandeld als torentje op de tweede verdieping van de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., onder een bekroning van banden en een geometrisch topstuk links. De borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van de erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. lopen door in respectievelijk een balkon en een terras met stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en een geronde hoek: balkon voor een glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat., terras met buisreling op de hoek, toegankelijk via de glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. van het torentje, met daarachter een brede dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. in het onderschild. Kroonlijsten en schrijnwerk bewaard; raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met roedeverdeling op de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., deur en zijvensters met smeedijzeren traliewerk met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer..

Bronnen

Archieven
SAB/OW 44000 (1934).