Onderzoek en redactie

2016-2017

 

Bekijk de weerhouden gebouwen

Het Emile Bockstaelplein is een uitgestrekt vierkant plein gelegen op de kruising van diverse verkeersaders. De Leopold I-straat loopt erlangs aan de noordkant en de Emile Bockstaellaan aan de oostkant. Aan deze kant monden de Stefaniastraat en de Maria-Christinastraat uit, terwijl aan de zuidkant de Tielemansstraat uitmondt en in het zuidwesten de Laneaustraat begint. Onder het plein lopen de sporen van de westelijke ringspoorlijn, die zich in westelijke of oostelijke richting in tweeën splitsen naar de lijn Brussel-Gent.

Net als de gelijknamige laan werd het plein aangelegd bij de K.B.’s van 18.02.1899 en 05.10.1900. Met het oog op de aanleg van deze esplanade van een hectare waarop het gemeentehuis moest komen, werd de spoorweg in 1905 overwelfd met een bovenbouw van gewapend beton, naar een ontwerp van de burgerlijke ingenieurs Perraud en Dumas uit 1904 en uitgevoerd door Armand Blaton, die zodoende een viaduct van ongeveer 4200 vierkante meter vormt. Aan drie zijden van het plein werden borstweringen in bakstenen en hardsteen geplaatst; die aan de oostkant, met een balustrade en lantaarnpalen, is thans verdwenen.

Overwelving van de spoorweg in functie van de aanleg van het toekomstige Émile Bockstaelplein in 1905 (coll; Eric Christiaens/Laca).

Oorspronkelijk heette het plein Gemeentehuisplein of Gemeenteplaats. Het kreeg zijn definitieve naam bij besluit van het College van de Stad Brussel van 23.02.1923, als eerbetoon aan burgerlijk ingenieur Emile Eloi Bockstael (1838-1920), die van 1877 tot 1920 burgemeester was. Hij was een groot pleitbezorger van de stedenbouwkundige projecten van koning Leopold II en droeg in grote mate bij tot de modernisering van Laken.

Bij besluit van 05.10.1900 was voor het gemeentehuis (zie nr.244-246a Emile Bockstaellaan) een locatie in het midden van het plein goedgekeurd, in de aslijn van de Maria-Christinastraat. Onder druk van Leopold II werd uiteindelijk gekozen voor de huidige locatie, aan de zuidkant van het plein. In 1906 schreef de gemeente voor het ontwerp van het gebouw een wedstrijd uit, die het jaar daarop door de architecten Paul Bonduelle en Charley Gilson werd gewonnen. De eerste steen van dit gebouw in neorenaissancestijl werd op 06.10.1907 gelegd, en het gemeentehuis werd in 1912 in dienst genomen. Voor de afwerking ervan, met name wat de decoratie betreft, was het echter wachten tot begin jaren 1920.

Kort na de aanleg van het plein werd aan het uiteinde van de Stefaniastraat en de Maria-Christinastraat een veelhoekige kiosk onder koepel gebouwd, die vóór 1930 verdween. In 1963 werd aan de oostkant van het plein een grote dekplaat boven de spoorweg geplaatst met het oog op de bouw van een supermarkt achter een parkeerterrein. In 1982 werd onder het plein het metrostation Bockstael geopend, dat zich onder de gelijknamige laan uitstrekt tot aan de Kroonveldstraat, waar het op het spoorwegstation Bockstael aansluit. Het plein werd bij die gelegenheid heringericht. Voor het oude gemeentehuis werden twee grote waterpartijen aangelegd.

In 1910 was het ontwerp van de gebouwen die rond het plein zouden komen het voorwerp van een wedstrijd die de gemeente uitschreef om architecten, kunstenaars en bouwerondernemingen ertoe aan te zetten gevels te ontwerpen die harmonieus aansloten bij die van het nieuwe gemeentehuis. Onder de gemeentelijke bouwterreinen vermelden we de hoekpercelen van het westelijke deel van het plein – Laneaustraat nr. 1-3 en Leopold I-straat nr. 104-106 – alsook die van het zuidelijke deel van de toekomstige Strijderssquare – nr.1–Bockstaellaan 207-209 en 4-5 (zie deze nummers). Van deze vier percelen werd echter enkel nr.1 Strijderssquare-207-209 Bockstaellaan nog vóór de Eerste Wereldoorlog gebouwd, door architect Charles Thomisse, in eclectische stijl. De overige huizen, net als de rest van het westelijke deel van het plein, kwamen pas in de loop van jaren 1920 tot stand, in dezelfde stijl en de meeste ook van de hand van Thomisse (zie nr.3 tot 6). Deze opbrengstgebouwen met commerciële benedenverdieping vormen een bijzonder homogene huizenrij.

Bronnen

Archieven
SAB/AR straten, doos 20-24, cote 20, nr.4 (23.02.1923).
SAB/IP II 684 (1903-1912).
SAB/PP 3374 (ca. 1900), 3401 (1904), 3402 (ca. 1905), 3444 (1903), 3674 (1904).
SAB/OW 67126 (1904), 84220 (1961-1963), 82434 (1963), 93006 (1977), 93031 (1978).
“Concours pour la construction de Façades à ériger Place Communale et ses abords”, Séance du Conseil communal du 18.02.1910, kol. 421-422.

Publicaties en studies
DE ROOSE, F., Les fontaines de Bruxelles, Racine, Brussel, 1999, p. 110.
VAN KRIEKINGE, D., Essai de toponymie laekenoise, Laken, 1995, s. p.
VAN NIEUWENHUYSEN, P., Toponymie van Laken (doctoraatsverhandeling in de Germaanse Filologie), UCL, Louvain-la-Neuve, 1998, pp. 788-789.

Tijdschriften
“Concours pour la construction de façades à ériger Place Communale et ses abords”, L’Emulation, 1910, p. 62.